Rebekka (Lin Jaldati) Brilleslijper

How are you related to Rebekka (Lin Jaldati) Brilleslijper?

Connect to the World Family Tree to find out

Rebekka (Lin Jaldati) Brilleslijper's Geni Profile

Share your family tree and photos with the people you know and love

  • Build your family tree online
  • Share photos and videos
  • Smart Matching™ technology
  • Free!

Rebekka (Lin Jaldati) Brilleslijper

Also Known As: "Lien"
Birthdate:
Birthplace: Amsterdam, Netherlands
Death: August 30, 1988 (75)
Berlin, Germany
Immediate Family:

Daughter of Joseph Brilleslijper and Fijtje Gerritse
Wife of Eberhard Rebling
Mother of Private User and Jalda Rebling
Sister of Jannie Brilleslijper and Jacob Brilleslijper

JoodsAmsterdam: https://www.joodsamsterdam.nl/lin-jaldati/
Managed by: Yair Michael Lootsteen, son
Last Updated:
view all

Immediate Family

About Rebekka (Lin Jaldati) Brilleslijper

Lin Jaldati (1912-1988) was a Dutch-born, East German-based Yiddish singer. She was a Holocaust survivor, and one of the last people to see Anne Frank. A self-professed socialist, she performed in Yiddish in Russia, China, North Korea and Vietnam from the 1950s to the 1970s.

----------------------------------

Zij had een relatie met Eberhard Rebling. Haar roepnaam was Lien of Lin. Zij kreeg tijdens de oorlog een dochter en na de oorlog nog een. Zij woonde in de Bankastraat 131 in Den Haag en daarna dook ze onder op verschillende adressen in Den Haag, Amsterdam, Bergen en Naarden. Ze was van haar beroep danseres en zangeres.
Op 14-jarige leeftijd ging ze in een naaiatelier werken. Ze bezocht een dansschool wat doorslaggevend voor haar latere carrière zou blijken. Ze ging dansen in een komedie van Molière (L’école des femmes: leerschool voor vrouwen) dat door Eduard Verkade werd geregisseerd; het werd inderdaad een leerschool voor haar. Ze trad ook op in de Bouwmeester-revue. Ze trad ook op als zangeres van Jiddische liederen.
Het werd haar aangeraden niet onder haar naam Brilleslijper maar onder een pseudoniem op te treden. Ze koos voor Lin Jaldati, een combinatie van haar roepnaam en een woord uit een Hebreeuws liedje: ‘Jalda Jaldati, Jaffa Jaldati’ (meisje, mijn meisje, mijn mooi meisje).
Tijdens de economische crisis geraakte ze in contact met communistische kringen en voelde zich daarbij thuis. In 1936 wordt ze actief in de Internationale Roode Hulp om steun te verlenen aan de vrijwilligers die aan regeringszijde in de Spaanse burgeroorlog willen vechten. Zo komt ze in contact met communisten als de toekomstige prominente verzetsman Maarten van Gilse, de filmer Joris Ivens en de fotografen Eva Besnyö en Carel Blazer.
Ze trad op in muziekgezelschappen en ontmoette daar onder anderen communisten als de componist Rudolf Escher en de Duitse vluchteling Eberhard Rebling. Ze krijgt een verhouding met Rebling en trekt gaat met hem samenwonen in het communistische Gemeenschapshuis in de Bankastraat 131 in Den Haag. In datzelfde pand woonden of kwamen te wonen verschillende personen die een belangrijke rol in het verzet zouden gaan spelen, zoals onder anderen Samuel Dormits, Evert Ruivenkamp, Tilly de Vries en Leo Ziekenoppasser. Op 15 mei 1940, de dag van de Nederlandse capitulatie, pleegde een Joods echtpaar dat in het pand woonde zelfmoord.
Meteen na de Duitse inval sloot ze zich samen met Rebling, haar zuster Janny en haar echtgenoot Brandes aan bij het communistisch verzet. Ze gingen in de woning van Brandes en Janny illegale bladen, bijv. Het Signaal, produceren en verspreiden. Ze kregen een dochter. Eerst moest Rebling onderduiken, daarna zij zelf ook eerst in Amsterdam en daarna in Bergen. In Amsterdam stal ze persoonsbewijzen voor ondergedoken Joden; dat deed ze onder andere door in zwembaden over de wand te klimmen en er eentje uit broekzakken te stelen. Zo konden veel Joodse onderduikers geholpen worden.
Vervolgens doken ze onder in achtereenvolgens Amsterdam en Bergen. Toen moesten ze ook uit Bergen vertrekken vanwege de aanleg van de Atlantikwall. Er werd een grote villa in Naarden gehuurd, die ingericht werd voor het laten onderduiken van Joden. Er kwamen vooral veel leden van de familie Brilleslijper en Joodse vrienden te wonen, zoals de ouders van hun Haagse verzetsvriend David (Dirk) Teixeira de Mattos (Tesselman) met hun dochter en schoonzoon.
In Naarden kwamen prominente communistische verzetsmensen zoals Frits Reuter van de landelijke leiding van de CPN en Maarten van Gilse van CS6 op bezoek.
De Jodenjager voor premies Eddy Moesbergen kwam het onderduikadres op het spoor en er volgde op 10 juli 1944 een inval door de Sicherheitsdienst. Iedereen werd afgevoerd, alleen Brandes ontkwam doordat hij in Amsterdam op zijn werk was. De kinderen van Janny konden worden opgebracht bij de ouders van Brandes in Den Haag en het kind van Rebekka kon door het communistisch verzet in veiligheid worden gebracht.
Op 11 juli kwam Femke Last, de dochter van de communistische schrijver Jef Last, langs in ‘t Hooge Nest met een tas vol bonkaarten en andere nuttige zaken. Aldus liep ze in de val. Ze werd naar de gevangenis afgevoerd en een maand later naar het concentratiekamp Vught. Bij de ontruiming van dat kamp werd ze naar Ravenbrück op transport gezet. Omdat de Russische legers naderden werd ze een paar weken later weer naar een andere plaats overgebracht, wat daarna nog een paar keer gebeurde.
Op 14 juli werden een aantal arrestanten per auto verplaatst. Op de Spaarndammerdijk moest de auto stoppen en toen ging Janny onverhoeds op de schoot van de begeleidende politieagent zitten; in de daardoor ontstane verwarring kon de inmiddels ter dood veroordeelde Rebling ontsnappen. De Joodse arrestanten werd naar Westerbork afgevoerd.
Al de daar ondergedoken familieleden Brilleslijper en het echtpaar Teixeira de Mattos met dochter en schoonzoon werden op 3 september 1944 met de laatste trein uit Westerbork naar Auschwitz gebracht. Later werden de zusters Brilleslijper naar Bergen Belsen overgebracht, waar ze Anne en Margot Frank leerden kennen. Ze hebben Anne en Margot in hun laatste periode in de ziekenbarak verzorgd. Na de oorlog stelden zij de vader Otto Frank op de hoogte van het overlijden van zijn dochters.
Lin en Rebling huwden in januari 1946. Door de naoorlogse communistenvervolging, waarover de Gestapo-chef Crabbendam van de Binnenlandse Veiligheidsdienst de leiding had, konden zij en haar partner nauwelijks nog iets met optredens verdienen. Daarom vertrokken ze in 1952 naar Oost Duitsland, waar ze het eind jaren zestig vanwege de daar toen opkomende antisemitische sfeer ook moeilijk kregen.

Rudi Harthoorn - Personen uit het verzet > zie de tekst hierboven

view all

Rebekka (Lin Jaldati) Brilleslijper's Timeline

1912
December 13, 1912
Amsterdam, Netherlands
1988
August 30, 1988
Age 75
Berlin, Germany