Simon Egberti Episcopius

Is your surname Bisschop?

Research the Bisschop family

Simon Egberti Episcopius's Geni Profile

Share your family tree and photos with the people you know and love

  • Build your family tree online
  • Share photos and videos
  • Smart Matching™ technology
  • Free!

Simon Egbertsz Bisschop

Birthdate:
Birthplace: Amsterdam, Government of Amsterdam, North Holland, The Netherlands
Death: April 04, 1643 (60)
Amsterdam, Government of Amsterdam, North Holland, The Netherlands
Immediate Family:

Son of Egbert Remmetz Bisschop and Giert Jansdr van Lingen
Husband of Maria Pesser
Brother of Rem Egbertsz Bisschop and Jan Egbertsz Bisschop

Occupation: 1612- professor Universiteit Leiden, 1634-1643 Hoogleraar Remonstrants Seminarium Amsterdam
Managed by: George J. Homs
Last Updated:

About Simon Egberti Episcopius

Wikipedia

Uit: www.dbnl.org

6 Dec. 1618 hield hij te Dordrecht zijn beroemde rede, waarin hij het verzet der remonstranten tegen het leerstuk der praedestinatie toelichtte en verdedigde en hun kerkelijk standpunt in verband met hunne beginselen bepleitte. Voortdurend was hij de woordvoerder der gedaagde remonstranten. Met veel talent en groote kracht hield hij stand. Maar tegenover de partijrechtbank der Synode was zijn standvastigheid vruchteloos. Toch maakte zijn waardige, kalme ernst diepen indruk. In April 1619 viel het vonnis. Met de andere remonstranten werd hij verbannen. Hij begaf zich eerst naar Waalwijk, toen naar Antwerpen, waar hij met Wtenbogaert nu de leiding der aldaar gestichte remonstrantsche broederschap op zich nam. Hier schreef hij zijne protesten tegen de Synode: Synodi Dordracenae crudelis iniquitas en Antidotum. De verdachtmakingen der tegenpartij zoowel als de behoefte aan aaneensluiting der geestverwanten noopten Episcopius te schrijven een Confessio sive declaratio der remonstranten, waardoor tevens aan de voorwaarden werd voldaan waaronder aan de ballingen en vluchtelingen in Denemarken en Stade gelegenheid werd geschonken zich te vestigen, hetgeen vooral in Friedrichstadt gelukte. In de inleiding dezer confessie komt het anticonfessioneel karakter duidelijk uit. Allerlei beschuldigingen drongen Episcopius nog een Noodige verantwoordinge der Remonstranten te schrijven. Enkele geestverwanten als Dirk Rafaelsz. Camphuysen achtten het stellen dier confessie overbodig en waarschuwden er tegen. Te Antwerpen, waar Episcopius twee jaren bleef, sloeg hij het aanbod der sociniaansche Polen af, om zich bij hen aan te sluiten en naar Polen te komen. Ook disputeerde hij daar met den Jezuïet Petrus Wading mondeling en schriftelijk. Deze briefwisseling is na zijn dood uitgegeven. Met Cupus begaf hij zich in 1621 naar Keulen, in de hoop dat men zich daar zou kunnen vestigen. Hun werd echter de stad ontzegd. Daarna begaven zij zich naar Rouaan en naar Parijs. Hier preekten Wtenbogaert en Episcopius in het huis van de Groot. Daarna vestigden zij zich in Rouaan. Hij bleef in correspondentie met de remonstranten in het vaderland en teekende zijne brieven met den schuilnaam Simon de Wachter, ook wel Vigilantius. In zijn Bodecherus ineptiens verdedigde hij nogmaals de confessie. Voorts schreef hij een Tractatus brevis de libero arbitrio en bestreed hij de professoren Capellus te Saumur en Camero te Montauban in geschriften die later verschenen. Na vele omzwervingen in Frankrijk, waar sinds 1623, het noodlottige jaar van den aanslag op Maurits, ook hem gevaar bedreigde, besloot hij zich in te schepen naar het vaderland. 28 Juli 1626 kwam hij te Rotterdam aan. Weldra kwam ook Wtenbogaert. Samen leidden zij nu de zaken en bestuurden de Broederschap. Onder het gematigd en welgezind bestuur van Frederik Hendrik verminderden de vervolgingen. Episcopius was te Rotterdam veilig en trouwde er met Maria Pesser. Ook te Amsterdam predikte hij en wijdde aldaar in 1630 de kerk in der remonstranten, door Vondel bezongen. Toen de remonstranten besloten in 1634 een seminarium te stichten, was Episcopius de aangewezen leidsman. Negen jaren heeft hij het professoraat bekleed. In die jaren vooral heeft hij zich de wetenschappelijke grondlegger en verdediger der remonstrantsche theologie betoond. Bovendien predikte hij. Na zijnen dood verschenen drie deelen preeken. Hij schreef formulieren voor doop en avondmaal. Tallooze uitgegeven en onuitgegeven brieven liet hij na. Tegen de critiek van eenige leidsche professoren schreef hij zijne Apologia pro Confessione, een uitvoerig en voortreffelijk werk. Toen dit weder werd aangevallen, verdedigde hij zich nogmaals met groote kracht in zijn Responsio. In al deze werken blijkt, dat het dezen theoloog, schoon hij onder de kundigste en scherpzinnigste theologische denkers van zijn tijd een eereplaats inneemt, geenszins alleen om de theologie, maar bovenal om den godsdienst, om de vrije ontwikkeling van het godsdienstig denken en tevens om de eenheid aller volgelingen van Christus te doen was. De tegenstanders lieten hem niet met rust. Aanhoudend had hij te strijden met Walaeus, Vedelius, Trigland, Heidanus en Doucher. Zijn grootste dogmatische werk droeg den titel: Inst tutiones theologicae. Het is niet voltooid, maar bevat veel belangrijks. Hij heeft nooit voor zijn dogmatiek of zijn confessie eenig bindend gezag opgeëischt. Zijn Responsio ad quaestiones theologicas 64 is een apologie van het vrijzinnig-theologisch christendom van dien tijd, en geeft een klaar beeld van geest en strekking van zijn onderwijs. Zijn theologie wilde geen speculatieve, maar een practische wetenschap zijn, op het religieuze leven zelf gericht. De ethisch-religieuze critiek van de dogmatische scholastiek en sophistiek, vooral in de praedestinatieleer toegepast was zijn groote kracht. In zijn leer van de drieëenheid en de erfzonde week hij ook van de traditioneele opvattingen af. In de jaren 1632 en 1640 streden Amsterdam en Rotterdam om het bezit van Episcopius en het seminarium, een bewijs hoe geliefd ook zijn persoon was. Hij had het plan nog naar Rotterdam terug te keeren. Zijn dood heeft het verhinderd. Hij overleed te midden van onafgebroken arbeid. Zijne opvolgers aan het remonstr. seminarium, de professoren Curcellaeus en Poelenburgh, gaven in 1650 en 1655 in twee deelen fo. zijne Opera theologica uit.
view all

Simon Egberti Episcopius's Timeline

1583
January 8, 1583
Amsterdam, Government of Amsterdam, North Holland, The Netherlands
1643
April 4, 1643
Age 60
Amsterdam, Government of Amsterdam, North Holland, The Netherlands
????
Studie Theologie - Universiteit te Leiden, Universiteit te Franeker
????
Studie Theologie - Universiteit te Leiden, Universiteit te Franeker