Pieter Cornelis Mondriaan

How are you related to Pieter Cornelis Mondriaan?

Connect to the World Family Tree to find out

Share your family tree and photos with the people you know and love

  • Build your family tree online
  • Share photos and videos
  • Smart Matching™ technology
  • Free!

Pieter Cornelis Mondriaan

Also Known As: "Piet Mondrian"
Birthdate:
Birthplace: Amersfoort, Utrecht, Netherlands
Death: February 01, 1944 (71)
-ongehuwd-, New York, NY, United States (longontsteking)
Place of Burial: New York, Brooklyn, United States
Immediate Family:

Son of Pieter Cornelis Mondriaan and Johanna Christina de Kok
Brother of Johanna Christina Mondriaan; Willem Frederik Mondriaan; Louis Cornelis Mondriaan and Carel Mondriaan

Occupation: kunstschilder
Managed by: Diederik Mooij
Last Updated:

About Pieter Cornelis Mondriaan

MONDRIAAN, Pieter Cornelis (1872-1944)

Mondriaan, Pieter Cornelis, schilder. Eén van de grondleggers van de abstracte of non-figuratieve kunst (Amersfoort 7-3-1872 - New York 1-2-1944). Zoon van Pieter Cornelis Mondriaan, hoofdonderwijzer, en Johanna Christina de Kok. Hij was ongehuwd. Mondriaan kwam uit een streng calvinistisch gezin, dat tot 1880 in Amersfoort woonde en daarna in Winterswijk. Mondriaan tekende en schilderde sinds zijn veertiende jaar. Daarbij kreeg hij aanwijzingen van zijn vader en vooral van zijn oom, de schilder Frits Mondriaan en van de Doetinchemse schilder Jan Braet van Ueberfeld. Door zelfstudie behaalde Mondriaan de akten lager- en middelbaar tekenen. Van 1892-1897 volgde hij de schilder klassen van de Rijksakademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam onder August Allebé.

In Mondriaans kunstenaarschap zou men vier perioden kunnen onderscheiden, waarbij de rechtlijnigheid die ook zijn karakter typeert, opvallend is. In de moeilijke jaren van de beginperiode van omstreeks 1890-1904 maakte Mondriaan om in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien tekeningen voor schoolboeken, wetenschappelijke tekeningen voor prof. R.P. van Calcar te Leiden en kopieën van schilderijen in het Rijksmuseum. Daarbij ging hij, wonend te Amsterdam, vaak aan de Amstel, het Gein en de Vecht schilderen. In de trant van de Haagse School en geïnspireerd door de gevierde impressionist G.H. Breitner tekende en schilderde hij landschappen, boerderijen en een enkel stilleven nog natuurgetrouw, in donkere kleuren. Een verblijf in 1904 in Uden (Oost-Brabant) te midden van de boerenbevolking bracht echter een zekere kentering. Mondriaan zocht toen naar een wijze van uitbeelden die niet meer alleen gericht was op de indrukken die de schilder van de natuur kreeg. Weer wonend in Amsterdam, van 1905-1907, maakte Mondriaan, in tegenstelling tot het vroegere, sombere, naturalistische werk lichte aquarellen van ijle boomstammen bij maanlicht, aan Gein en Amstel geobserveerd. Hij was lid van de Vereniging St. Lucas en exposeerde daar tot 1910.

De tweede periode zette omstreeks 1908 in met een Bosgezicht bij Oele in Overijssel. In een fel kleurengamma van violet, geel, oranje en roodbruin verrijzen in gedeformeerde S-vormen grillige boomstammen. De invloed van de Noorse expressionist Edvard Munch is hier opvallend. In 1908 maakte Mondriaan kennis met Jan Sluyters en in Domburg met Jan Toorop die hij al eerder in Amsterdam had ontmoet. Beide schilders hebben Mondriaan de ogen geopend voor een nieuwe benadering van kleur en licht. In bewondering voor de in brede kleurvlakjes weergegeven duin- en zeegezichten van Toorop, schilderde Mondriaan in 1910 de Vuurtoren van Westcapelle(Gemeentemuseum (G.M.) Den Haag), en Rode molen ( G . M.) in felle rode en gele vegen. In tegenstelling tot de neo-impressionisten en fauvisten die in helle kleurenvegen uitdrukking gaven aan eigen gevoelens die de natuur bij hen opwekte, zocht Mondriaan naar verstrakking van de vormgeving. In 1910 was hij in Amsterdam medeoprichter van de Moderne Kunstkring.

Met zijn verblijf in Parijs in 1911, waar hij zich op Montparnasse vestigde in hetzelfde huis waar ook Conrad Kikkert en Lodewijk Schelfhout een atelier hadden, begon de derde periode. Mondriaan werd vooral geboeid door het kubisme van Picasso, met wie hij geen persoonlijk contact had. Picasso's schilderingen van ovalen, waarin de geziene voorwerpen als viool, fles en tafel nog herkenbaar zijn, deden Mondriaan motieven aan de hand. In zachte bruine en blauwe tinten reduceerde hij de van uit zijn atelier geziene steigers van huizen, en façades van Gothische kerken tot rechte en gebogen lijnen, omlijst met een ovaal. Het gekozen onderwerp was hier slechts aanleiding om een strakkere compositie te krijgen. In 1912 maakte hij een reeks studies van bomen, die volgde op een schilderingDe rode boom (G.M.) in fel rode strepen tegen een blauwe achtergrond. Geleidelijk werden de bomen in deze schetsen gereduceerd tot skeletten: de oervorm van stam en takken weergegeven in verticale en horizontale vormen. Ten slotte zijn het T-vormen in een ovaal omlijst. In 1914 was Mondriaan terug in Nederland voor een bezoek aan zijn zieke vader die in 1915 stierf. Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog bleef hij tot 1919 in zijn vaderland. In die tijd hernieuwde hij het contact met Toorop op Walcheren. Geboeid door duinen, zee en lucht zocht Mondriaan ook deze te herleiden tot de meest essentiële vormen van horizontale en verticale lijnen, van 'plus-minus' - lijntjes binnen een ovale vorm. Na 1911 signeerde Mondriaan ook met Mondrian. Van deze ontwikkeling naar verstrakking is De gemberpot (G.M.) een voorbeeld. De versie van 1911 toont nog een duidelijk kubistisch. stilleven van een gemberpot op een tafel met glazen. In 1912 is de pot met de voorwerpen al gereduceerd tot een ronde vorm met recht- en driehoeken.

In 1915 begon de vierde periode. Mondriaan raakte bevriend met S.B. Slijper uit Blaricum die meer dan 200 werken van Mondriaans tijd vóór 1914 verzamelde. Al eerder onder de indruk van de theosofie en een tijd lang lid van het Theosofisch Genootschap in Nederland, las Mondriaan de werken van Helene Blavatsky, Annie Besant en Krishnamurti. Van groot belang was de kennismaking met dr. M.H.J. Schoenmaekers, een gewezen priester, te Laren. In hem zag Mondriaan een verwante geest. Een van diens boeken Het nieuwe wereldbeeld (Bussum, 1915) deed Mondriaan de titel aan de hand voor zijn credo over de abstracte kunst: 'De Nieuwe Beelding' of 'Neo-plasticisme'.

Sinds Mondriaan, Theo van Doesburg en Bart van der Leek in 1917 de Stijl-groep oprichtten, is Mondriaans naam onverbrekelijk met De Stijl verbonden. Tot dit collectief van kunstenaars behoorden o.a. behalve de genoemde drie de Hongaarse schilder Vilmos Huszar, de Belgische beeldhouwer Georges Vantongerloo, de dichter Antonie Kok en de architecten J.J.P. Oud, Jan Wils en Robert van 't Hoff. In oktober 1917 werkten zij mee aan het eerste nummer van het tijdschrift De Stijl, waarin Mondriaan tot 1924 in tal van artikelen de grondbeginselen van de Stijl-gedachten uiteenzette, o.a.: 'Kunst is niet het weergeven van de toevalligheden van de natuur, noch van willekeurige emoties van de schilder zelf, maar het uitdrukken van het algemene achter de toevallige verschijningsvormen, het weergeven van de universele harmonie' ... 'Kunst is boven de realiteit ... Om het geestelijke te benaderen neemt men zoo min mogelijk realiteit. Men neemt de grondvormen. Daar deze abstract zijn ontstaat er een abstracte kunst... Hiervoor gelden de tekens van rechte, horizontale en verticale lijn, rechthoekige vlakken, met de primaire kleuren: rood, geel en blauw en de primaire niet-kleuren: zwart, wit en grijs'. De Stijl 1 (1917-1918) e.v. Consequent heeft Mondriaan deze eigen beeldtaal van de abstracte kunst toegepast. Steeds meer vereenvoudigend maakte hij sinds 1921 composities van grote vlakken van rechthoeken en bijna-vierkanten met een enkel rood, geel en blauw gevuld, in zwarte omtreklijn. Van belang was in 1923 de vriendschap met de Belg Michel Seuphor (pseudoniem voor F. Berckelaers), die Mondriaans vertrouwensman, leerling en biograaf was. Op de eerste expositie van de in 1929 door Seuphor opgerichte groep Cercle et Carré was Mondriaan in 1930 in Parijs vertegenwoordigd. In 1938 deed de oorlogsdreiging Mondriaan naar Londen gaan, waar hij met de hem verwante abstracte kunstenaars Ben Nicholson en Barbara Hepworth bevriend werd. In 1940 vond hij in New York met zijn steile wolkenkrabbers het juiste klimaat voor zijn strakke stijl. In 1944 overleed hij aldaar aan een longontsteking.

Mondriaan was een wat eenzaam mens, die publiciteit schuwde en in dezelfde soberheid leefde die ook zijn kunst typeert. Zijn ateliers, zowel die in Parijs als New York hadden witte wanden met enkele rode, gele en blauwe vierkanten en het hoognodige meubilair. Mondriaan voelde zich zeer aangetrokken tot de jazz-muziek, zoals ook blijkt uit een van zijn laatste werken: Broadway Boogie-Woogie (1943). Vooral in Amerika zeer gewaardeerd kreeg Mondriaan eerst na zijn dood erkenning in Nederland en de rest van Europa. Met W. Kandinsky en K. Malevich was hij de grondlegger van de abstracte kunst. Mondriaan had grote invloed op architecten als Oud en G.Th. Rietveld, op schilders als F. Vordemberge-Gildewart en César Domela.BRON

Hij is bloedverwant van Vincent van Gogh

——————————————

In English:

MONDRIAAN, Pieter Cornelis (1872-1944)

Mondrian, Pieter Cornelispainter. One of the founders of abstract and non-figurative art (Amersfoort 7-3-1872 - 1-2-1944 New York). Son of Pieter Cornelis Mondriaan, headmaster, and Johanna Christina de Cook. He was unmarried.

Mondrian came from a strict Calvinist family, who lived until 1880 in Amersfoort and then in Winterswijk. Mondrian drawing and painting since the age of fourteen. In addition, he received instructions from his father and especially his uncle, the painter Frits Mondriaan and the Doetinchem painter Jan Braet of Ueberfeld. Mondrian achieved through self deeds primary and secondary signs. From 1892-1897 he attended painting classes at the State Academy of Fine Arts in Amsterdam under August Allebé.

Been to Mondrian's artistry would be four periods can be distinguished in which the straight lines that are also typical of his character, is striking. During the difficult years of the early period from about 1890-1904 Mondrian made ​​to his livelihood drawings for textbooks, scientific drawings of Prof. RP Calcar Leiden and copies of paintings in the Rijksmuseum. In doing so, he often went living in Amsterdam, on the Amstel, Gein and the Fight painting. In the manner of the Hague School and inspired by the celebrated impressionist GH Breitner drew and painted landscapes, farms and a single still life still faithfully, in dark colors. However, a residence in 1904 in Uden (Eastern Ontario) among the peasantry brought a certain turnaround. Mondrian was then a method of representation that was not only focused on the impressions was the painter of nature. Again living in Amsterdam, from 1905-1907, was Mondrian, unlike the former, gloomy, naturalistic work light watercolors of thin trunks by moonlight, observed at Gein and Amstel. He was a member of the St. Luke and exhibited there until 1910.

The second period continued around 1908 in a Bosgezicht at Oele in Overijssel. In a bright color range of violet, yellow, orange and brown rise in the deformed S-shapes jagged trunks. The influence of the Norwegian Expressionist Edvard Munch is striking here. In 1908, Mondrian was introduced to Jan Sluyters and Domburg Jan Toorop, whom he had met before. Amsterdam Both painters Mondrian opened my eyes to a new approach to color and light. In admiration of the display in wide color planes dunes and seascapes of Toorop, Mondrian painted in 1910 LighthouseWest Capelle(Municipal (GM) The Hague), and Red Mill (G. M.) in bright red and yellow sweep. In contrast to the neo-Impressionists and Fauves in hell color sweeping expression gave to own feelings that nature roused them, Mondrian sought tightening of design. In 1910 he was in Amsterdam, co-founder of the Modern Art Society.

With his stay in Paris in 1911, where he settled in Montparnasse at the same house where Conrad and Louis Kikkertstraat Schelfhout had a studio, started the third period. Mondrian was fascinated by the Cubism of Picasso, with whom he had no personal contact. Picasso's paintings of ovals, where the objects seen as a violin, bottle and table are still recognizable, did Mondrian patterns going on. In soft brown and blue tones he reduced the out of his studio seen scaffolding of houses and facades of Gothic churches to straight and curved lines, framed by an oval. The topic chosen was here only reason to get it. Tighter composition In 1912 he made ​​a series of studies of trees, which followed a muralRed Tree (GM) in bright red stripes against a blue background. The trees in these sketches were gradually reduced to skeletons: the archetype of trunk and branches shown in vertical and horizontal forms. Finally, the T-shapes in an oval framed. In 1914, Mondrian was back in the Netherlands to visit his sick father who died in 1915. By the outbreak of the First World War he remained until 1919 in his homeland. At that time he renewed contact with Toorop Walcheren. Fascinated by dunes, sea and sky looking Mondrian it be reduced to the most essential forms of horizontal and vertical lines of 'plus-minus' - lines within an oval shape. After 1911 Mondrian signed with Mondrian. Of this development is to tightening the ginger jar (GM) is an example. The version of 1911 shows a clear cubist. still life of a ginger jar on a table with glasses. In 1912 the pot with the objects already reduced to a round shape with triangles and right.

In 1915 the fourth period began. Mondrian befriended SB sharpener from Blaricum more than 200 works of Mondrian time accumulated before 1914. Already impressed by theosophy and a long time member of the Theosophical Society in Netherlands, Mondrian read the works of Helene Blavatsky, Annie Besant and Krishnamurti. Of great importance was the introduction to Dr MHJ Schoenmaekers, a former priest, Laren. Mondrian saw in him a kindred spirit. One of his books,the new world (Bussum, 1915) did Mondrian the title according to his credo of abstract art:. "The New Plastic" or "Neo-plastic ism

Since Mondrian, Theo van Doesburg and Bart van der Leek in 1917 the group founded Style, Mondrian's name is inextricably linked with the style. This collective of artists were among others besides the three mentioned Hungarian painter Vilmos Huszar, the Belgian sculptor Georges Vantongerloo, the poet Anthony Cook and architect JJP Oud, Jan Wils and Robert van 't Hoff. In October 1917 she participated in the first issue of magazine theDe Stijl, which Mondrian to 1924 in numerous articles the basics Style thoughts explained, among other things: "Art is not displaying the accidents of nature, nor random emotions of the painter himself, but the expression of the general behind the accidental forms, displaying the universal harmony "..." Art is beyond reality ... To approach the spiritual one takes as little as possible reality. One takes the basic forms. Since these are abstract creates an abstract art ... To do the characters straight, horizontal and vertical line, apply rectangular surfaces, with the primary colors: red, yellow and blue, and the non-primary colors: black, white and gray ' . Style 1 (1917-1918) and later Consistent Mondrian it own visual language of abstract art applied. More and more simplifying he made ​​since 1921 compositions of large areas of rectangles and squares almost with a single red, yellow and blue filled in black outline. Was important in 1923, the friendship with the Belgian Michel Seuphor (pseudonym of F. Berckelaers), which was Mondrian's confidant, disciple and biographer. The first exhibition of the group founded in 1929 by Seuphor Cercle et Carré Mondrian was represented in 1930 in Paris. In 1938 the threat of war Mondrian did go to London where he became friends with him related abstract artist Ben Nicholson and Barbara Hepworth. In 1940 he was in New York with its skyscrapers steep the right environment for its sleek style. In 1944, he died there of pneumonia.

Mondrian was a bit lonely man who shunned publicity and lived in the same austerity that also characterizes his art. His workshops, both in Paris and New York had white walls with some red, yellow and blue squares and the most necessary furniture. Mondrian felt very attracted to the jazz music, as evidenced by one of his last works: Broadway Boogie Woogie-(1943).Especially in America was greatly appreciated until after his death, Mondrian recognition in the Netherlands and the rest of Europe. With W. Kandinsky and Malevich K. He was the founder of abstract art. Mondrian had great influence on architects and Old G.Th. Rietveld on painters as F. Vordemberge-Gildewart and Cesar

—————-

Burial:

Piet Mondrian is buried at Cypress Hills Cemetery, Crescent Knoll, Block 51, Grave #1191.

SOURCE: http://sorabji.com/pictures/popular?g2_itemId=660

Piet Mondrian AKA Pieter Cornelis Mondriaan

Born: 7-Mar-1872 Birthplace: Amersfoort, Netherlands Died: 1-Feb-1944 Location of death: New York City Cause of death: Pneumonia Remains: Buried, Cypress Hills Cemetery, Brooklyn, NY

Gender: Male Religion: Protestant Race or Ethnicity: White Occupation: Painter

Nationality: Netherlands Executive summary: Dutch abstract painter

Source

http://www.nndb.com/people/370/000024298/

Father: Pieter Cornelis Mondriaan, Sr. (draftsman, headmaster) Sister: Johanna Christina (b. 1870, d. 1939) Brother: Willem Frederik (b. 1874, d. 1945) Brother: Louis (b. 1877, d. 1943) Brother: Carel (b. 1880, d. 1956)

   High School: (1889)
   University: Amsterdam Rijksacademie (1892-97)

Entartete Kunst Exhibition

   Dutch Ancestry 

Books:

  • Piet Mondrian: Life and Work, 1956, BY: Michel Seuphor
  • L'opera completa di Mondrian, 1974, BY: Maria Grazia Ottolenghi

GEDCOM Note

Zijn laatste werk Victory Boogie Woogie blijft onvoltooid

GEDCOM Source

Pierre Benckendorff Benckendorff Web Site MyHeritage family tree Family site: Benckendorff Web Site Family tree: 382557951-1 Smart Matching 382557951-1 MH:S500002 https://www.myheritage.com/person-1504360_407783161_407783161/piete... 3 Added by confirming a Smart Match Smart Matching 1:407783161-1-504360:0

Over Pieter Cornelis Mondriaan (Nederlands)

MONDRIAAN, Pieter Cornelis (1872-1944) Mondriaan, Pieter Cornelis, schilder. Eén van de grondleggers van de abstracte of non-figuratieve kunst (Amersfoort 7-3-1872 - New York 1-2-1944). Zoon van Pieter Cornelis Mondriaan, hoofdonderwijzer, en Johanna Christina de Kok. Hij was ongehuwd. Mondriaan kwam uit een streng calvinistisch gezin, dat tot 1880 in Amersfoort woonde en daarna in Winterswijk. Mondriaan tekende en schilderde sinds zijn veertiende jaar. Daarbij kreeg hij aanwijzingen van zijn vader en vooral van zijn oom, de schilder Frits Mondriaan en van de Doetinchemse schilder Jan Braet van Ueberfeld. Door zelfstudie behaalde Mondriaan de akten lager- en middelbaar tekenen. Van 1892-1897 volgde hij de schilder klassen van de Rijksakademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam onder August Allebé. In Mondriaans kunstenaarschap zou men vier perioden kunnen onderscheiden, waarbij de rechtlijnigheid die ook zijn karakter typeert, opvallend is. In de moeilijke jaren van de beginperiode van omstreeks 1890-1904 maakte Mondriaan om in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien tekeningen voor schoolboeken, wetenschappelijke tekeningen voor prof. Reinder Pieters van Calcar te Leiden en kopieën van schilderijen in het Rijksmuseum. Daarbij ging hij, wonend te Amsterdam, vaak aan de Amstel, het Gein en de Vecht schilderen. In de trant van de Haagse School en geïnspireerd door de gevierde impressionist G.H. Breitner tekende en schilderde hij landschappen, boerderijen en een enkel stilleven nog natuurgetrouw, in donkere kleuren. Een verblijf in 1904 in Uden (Oost-Brabant) te midden van de boerenbevolking bracht echter een zekere kentering. Mondriaan zocht toen naar een wijze van uitbeelden die niet meer alleen gericht was op de indrukken die de schilder van de natuur kreeg. Weer wonend in Amsterdam, van 1905-1907, maakte Mondriaan, in tegenstelling tot het vroegere, sombere, naturalistische werk lichte aquarellen van ijle boomstammen bij maanlicht, aan Gein en Amstel geobserveerd. Hij was lid van de Vereniging St. Lucas en exposeerde daar tot 1910. De tweede periode zette omstreeks 1908 in met een Bosgezicht bij Oele in Overijssel. In een fel kleurengamma van violet, geel, oranje en roodbruin verrijzen in gedeformeerde S-vormen grillige boomstammen. De invloed van de Noorse expressionist Edvard Munch is hier opvallend. In 1908 maakte Mondriaan kennis met Jan Sluyters en in Domburg met Jan Toorop die hij al eerder in Amsterdam had ontmoet. Beide schilders hebben Mondriaan de ogen geopend voor een nieuwe benadering van kleur en licht. In bewondering voor de in brede kleurvlakjes weergegeven duin- en zeegezichten van Toorop, schilderde Mondriaan in 1910 de Vuurtoren van Westcapelle(Gemeentemuseum (G.M.) Den Haag), en Rode molen ( G . M.) in felle rode en gele vegen. In tegenstelling tot de neo-impressionisten en fauvisten die in helle kleurenvegen uitdrukking gaven aan eigen gevoelens die de natuur bij hen opwekte, zocht Mondriaan naar verstrakking van de vormgeving. In 1910 was hij in Amsterdam medeoprichter van de Moderne Kunstkring. Met zijn verblijf in Parijs in 1911, waar hij zich op Montparnasse vestigde in hetzelfde huis waar ook Conrad Kikkert en Lodewijk Schelfhout een atelier hadden, begon de derde periode. Mondriaan werd vooral geboeid door het kubisme van Picasso, met wie hij geen persoonlijk contact had. Picasso's schilderingen van ovalen, waarin de geziene voorwerpen als viool, fles en tafel nog herkenbaar zijn, deden Mondriaan motieven aan de hand. In zachte bruine en blauwe tinten reduceerde hij de van uit zijn atelier geziene steigers van huizen, en façades van Gothische kerken tot rechte en gebogen lijnen, omlijst met een ovaal. Het gekozen onderwerp was hier slechts aanleiding om een strakkere compositie te krijgen. In 1912 maakte hij een reeks studies van bomen, die volgde op een schilderingDe rode boom (G.M.) in fel rode strepen tegen een blauwe achtergrond. Geleidelijk werden de bomen in deze schetsen gereduceerd tot skeletten: de oervorm van stam en takken weergegeven in verticale en horizontale vormen. Ten slotte zijn het T-vormen in een ovaal omlijst. In 1914 was Mondriaan terug in Nederland voor een bezoek aan zijn zieke vader die in 1915 stierf. Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog bleef hij tot 1919 in zijn vaderland. In die tijd hernieuwde hij het contact met Toorop op Walcheren. Geboeid door duinen, zee en lucht zocht Mondriaan ook deze te herleiden tot de meest essentiële vormen van horizontale en verticale lijnen, van 'plus-minus' - lijntjes binnen een ovale vorm. Na 1911 signeerde Mondriaan ook met Mondrian. Van deze ontwikkeling naar verstrakking is De gemberpot (G.M.) een voorbeeld. De versie van 1911 toont nog een duidelijk kubistisch. stilleven van een gemberpot op een tafel met glazen. In 1912 is de pot met de voorwerpen al gereduceerd tot een ronde vorm met recht- en driehoeken. In 1915 begon de vierde periode. Mondriaan raakte bevriend met S.B. Slijper uit Blaricum die meer dan 200 werken van Mondriaans tijd vóór 1914 verzamelde. Al eerder onder de indruk van de theosofie en een tijd lang lid van het Theosofisch Genootschap in Nederland, las Mondriaan de werken van Helene Blavatsky, Annie Besant en Krishnamurti. Van groot belang was de kennismaking met dr. M.H.J. Schoenmaekers, een gewezen priester, te Laren. In hem zag Mondriaan een verwante geest. Een van diens boeken Het nieuwe wereldbeeld (Bussum, 1915) deed Mondriaan de titel aan de hand voor zijn credo over de abstracte kunst: 'De Nieuwe Beelding' of 'Neo-plasticisme'. Sinds Mondriaan, Theo van Doesburg en Bart van der Leek in 1917 de Stijl-groep oprichtten, is Mondriaans naam onverbrekelijk met De Stijl verbonden. Tot dit collectief van kunstenaars behoorden o.a. behalve de genoemde drie de Hongaarse schilder Vilmos Huszar, de Belgische beeldhouwer Georges Vantongerloo, de dichter Antonie Kok en de architecten J.J.P. Oud, Jan Wils en Robert van 't Hoff. In oktober 1917 werkten zij mee aan het eerste nummer van het tijdschrift De Stijl, waarin Mondriaan tot 1924 in tal van artikelen de grondbeginselen van de Stijl-gedachten uiteenzette, o.a.: 'Kunst is niet het weergeven van de toevalligheden van de natuur, noch van willekeurige emoties van de schilder zelf, maar het uitdrukken van het algemene achter de toevallige verschijningsvormen, het weergeven van de universele harmonie' ... 'Kunst is boven de realiteit ... Om het geestelijke te benaderen neemt men zoo min mogelijk realiteit. Men neemt de grondvormen. Daar deze abstract zijn ontstaat er een abstracte kunst... Hiervoor gelden de tekens van rechte, horizontale en verticale lijn, rechthoekige vlakken, met de primaire kleuren: rood, geel en blauw en de primaire niet-kleuren: zwart, wit en grijs'. De Stijl 1 (1917-1918) e.v. Consequent heeft Mondriaan deze eigen beeldtaal van de abstracte kunst toegepast. Steeds meer vereenvoudigend maakte hij sinds 1921 composities van grote vlakken van rechthoeken en bijna-vierkanten met een enkel rood, geel en blauw gevuld, in zwarte omtreklijn. Van belang was in 1923 de vriendschap met de Belg Michel Seuphor (pseudoniem voor F. Berckelaers), die Mondriaans vertrouwensman, leerling en biograaf was. Op de eerste expositie van de in 1929 door Seuphor opgerichte groep Cercle et Carré was Mondriaan in 1930 in Parijs vertegenwoordigd. In 1938 deed de oorlogsdreiging Mondriaan naar Londen gaan, waar hij met de hem verwante abstracte kunstenaars Ben Nicholson en Barbara Hepworth bevriend werd. In 1940 vond hij in New York met zijn steile wolkenkrabbers het juiste klimaat voor zijn strakke stijl. In 1944 overleed hij aldaar aan een longontsteking. Mondriaan was een wat eenzaam mens, die publiciteit schuwde en in dezelfde soberheid leefde die ook zijn kunst typeert. Zijn ateliers, zowel die in Parijs als New York hadden witte wanden met enkele rode, gele en blauwe vierkanten en het hoognodige meubilair. Mondriaan voelde zich zeer aangetrokken tot de jazz-muziek, zoals ook blijkt uit een van zijn laatste werken: Broadway Boogie-Woogie (1943). Vooral in Amerika zeer gewaardeerd kreeg Mondriaan eerst na zijn dood erkenning in Nederland en de rest van Europa. Met W. Kandinsky en K. Malevich was hij de grondlegger van de abstracte kunst. Mondriaan had grote invloed op architecten als Oud en G.Th. Rietveld, op schilders als F. Vordemberge-Gildewart en César Domela.BRON

Hij is bloedverwant van Vincent van Gogh

In English:

MONDRIAAN, Pieter Cornelis (1872-1944) Mondrian, Pieter Cornelispainter. One of the founders of abstract and non-figurative art (Amersfoort 7-3-1872 - 1-2-1944 New York). Son of Pieter Cornelis Mondriaan, headmaster, and Johanna Christina de Cook. He was unmarried. Mondrian came from a strict Calvinist family, who lived until 1880 in Amersfoort and then in Winterswijk. Mondrian drawing and painting since the age of fourteen. In addition, he received instructions from his father and especially his uncle, the painter Frits Mondriaan and the Doetinchem painter Jan Braet of Ueberfeld. Mondrian achieved through self deeds primary and secondary signs. From 1892-1897 he attended painting classes at the State Academy of Fine Arts in Amsterdam under August Allebé. Been to Mondrian's artistry would be four periods can be distinguished in which the straight lines that are also typical of his character, is striking. During the difficult years of the early period from about 1890-1904 Mondrian made ​​to his livelihood drawings for textbooks, scientific drawings of Prof. RP Calcar Leiden and copies of paintings in the Rijksmuseum. In doing so, he often went living in Amsterdam, on the Amstel, Gein and the Fight painting. In the manner of the Hague School and inspired by the celebrated impressionist GH Breitner drew and painted landscapes, farms and a single still life still faithfully, in dark colors. However, a residence in 1904 in Uden (Eastern Ontario) among the peasantry brought a certain turnaround. Mondrian was then a method of representation that was not only focused on the impressions was the painter of nature. Again living in Amsterdam, from 1905-1907, was Mondrian, unlike the former, gloomy, naturalistic work light watercolors of thin trunks by moonlight, observed at Gein and Amstel. He was a member of the St. Luke and exhibited there until 1910. The second period continued around 1908 in a Bosgezicht at Oele in Overijssel. In a bright color range of violet, yellow, orange and brown rise in the deformed S-shapes jagged trunks. The influence of the Norwegian Expressionist Edvard Munch is striking here. In 1908, Mondrian was introduced to Jan Sluyters and Domburg Jan Toorop, whom he had met before. Amsterdam Both painters Mondrian opened my eyes to a new approach to color and light. In admiration of the display in wide color planes dunes and seascapes of Toorop, Mondrian painted in 1910 LighthouseWest Capelle(Municipal (GM) The Hague), and Red Mill (G. M.) in bright red and yellow sweep. In contrast to the neo-Impressionists and Fauves in hell color sweeping expression gave to own feelings that nature roused them, Mondrian sought tightening of design. In 1910 he was in Amsterdam, co-founder of the Modern Art Society. With his stay in Paris in 1911, where he settled in Montparnasse at the same house where Conrad and Louis Kikkertstraat Schelfhout had a studio, started the third period. Mondrian was fascinated by the Cubism of Picasso, with whom he had no personal contact. Picasso's paintings of ovals, where the objects seen as a violin, bottle and table are still recognizable, did Mondrian patterns going on. In soft brown and blue tones he reduced the out of his studio seen scaffolding of houses and facades of Gothic churches to straight and curved lines, framed by an oval. The topic chosen was here only reason to get it. Tighter composition In 1912 he made ​​a series of studies of trees, which followed a muralRed Tree (GM) in bright red stripes against a blue background. The trees in these sketches were gradually reduced to skeletons: the archetype of trunk and branches shown in vertical and horizontal forms. Finally, the T-shapes in an oval framed. In 1914, Mondrian was back in the Netherlands to visit his sick father who died in 1915. By the outbreak of the First World War he remained until 1919 in his homeland. At that time he renewed contact with Toorop Walcheren. Fascinated by dunes, sea and sky looking Mondrian it be reduced to the most essential forms of horizontal and vertical lines of 'plus-minus' - lines within an oval shape. After 1911 Mondrian signed with Mondrian. Of this development is to tightening the ginger jar (GM) is an example. The version of 1911 shows a clear cubist. still life of a ginger jar on a table with glasses. In 1912 the pot with the objects already reduced to a round shape with triangles and right. In 1915 the fourth period began. Mondrian befriended SB sharpener from Blaricum more than 200 works of Mondrian time accumulated before 1914. Already impressed by theosophy and a long time member of the Theosophical Society in Netherlands, Mondrian read the works of Helene Blavatsky, Annie Besant and Krishnamurti. Of great importance was the introduction to Dr MHJ Schoenmaekers, a former priest, Laren. Mondrian saw in him a kindred spirit. One of his books,the new world (Bussum, 1915) did Mondrian the title according to his credo of abstract art:. "The New Plastic" or "Neo-plastic ism Since Mondrian, Theo van Doesburg and Bart van der Leek in 1917 the group founded Style, Mondrian's name is inextricably linked with the style. This collective of artists were among others besides the three mentioned Hungarian painter Vilmos Huszar, the Belgian sculptor Georges Vantongerloo, the poet Anthony Cook and architect J.J.P. Oud, Jan Wils and Robert van 't Hoff. In October 1917 she participated in the first issue of magazine theDe Stijl, which Mondrian to 1924 in numerous articles the basics Style thoughts explained, among other things: "Art is not displaying the accidents of nature, nor random emotions of the painter himself, but the expression of the general behind the accidental forms, displaying the universal harmony "..." Art is beyond reality ... To approach the spiritual one takes as little as possible reality. One takes the basic forms. Since these are abstract creates an abstract art ... To do the characters straight, horizontal and vertical line, apply rectangular surfaces, with the primary colors: red, yellow and blue, and the non-primary colors: black, white and gray ' . Style 1 (1917-1918) and later Consistent Mondrian it own visual language of abstract art applied. More and more simplifying he made ​​since 1921 compositions of large areas of rectangles and squares almost with a single red, yellow and blue filled in black outline. Was important in 1923, the friendship with the Belgian Michel Seuphor (pseudonym of F. Berckelaers), which was Mondrian's confidant, disciple and biographer. The first exhibition of the group founded in 1929 by Seuphor Cercle et Carré Mondrian was represented in 1930 in Paris. In 1938 the threat of war Mondrian did go to London where he became friends with him related abstract artist Ben Nicholson and Barbara Hepworth. In 1940 he was in New York with its skyscrapers steep the right environment for its sleek style. In 1944, he died there of pneumonia. Mondrian was a bit lonely man who shunned publicity and lived in the same austerity that also characterizes his art. His workshops, both in Paris and New York had white walls with some red, yellow and blue squares and the most necessary furniture. Mondrian felt very attracted to the jazz music, as evidenced by one of his last works: Broadway Boogie Woogie-(1943).Especially in America was greatly appreciated until after his death, Mondrian recognition in the Netherlands and the rest of Europe. With W. Kandinsky and Malevich K. He was the founder of abstract art. Mondrian had great influence on architects and Old G.Th. Rietveld on painters as F. Vordemberge-Gildewart and Cesar Domela.

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Burial:

Piet Mondrian is buried at Cypress Hills Cemetery, Crescent Knoll, Block 51, Grave #1191.

SOURCE: http://sorabji.com/pictures/popular?g2_itemId=660

Piet Mondrian AKA Pieter Cornelis Mondriaan

Born: 7-Mar-1872 Birthplace: Amersfoort, Netherlands Died: 1-Feb-1944 Location of death: New York City Cause of death: Pneumonia Remains: Buried, Cypress Hills Cemetery, Brooklyn, NY

Gender: Male Religion: Protestant Race or Ethnicity: White Occupation: Painter

Nationality: Netherlands Executive summary: Dutch abstract painter

http://www.nndb.com/people/370/000024298/

Father: Pieter Cornelis Mondriaan, Sr. (draftsman, headmaster) Sister: Johanna Christina (b. 1870, d. 1939) Brother: Willem Frederik (b. 1874, d. 1945) Brother: Louis (b. 1877, d. 1943) Brother: Carel (b. 1880, d. 1956)

   High School: (1889)
   University: Amsterdam Rijksacademie (1892-97)

Entartete Kunst Exhibition

   Dutch Ancestry  Is the subject of books: Piet Mondrian: Life and Work, 1956, BY: Michel Seuphor  L'opera completa di Mondrian, 1974, BY: Maria Grazia Ottolenghi
view all

Pieter Cornelis Mondriaan's Timeline

1872
March 7, 1872
Amersfoort, Utrecht, Netherlands
1892
1892
Age 19
Amsterdam
1919
1919
Age 46
Paris
1941
1941
Age 68
New York
1944
February 1, 1944
Age 71
-ongehuwd-, New York, NY, United States
????
Uden, Noord-Brabant, Nederland (Netherlands)
????
Laatste woonplaats:15 East 59th St.New York
????
Oele
????
CYPRESS HILLS Cemetery, Crescent Knoll, Block 51, Grave #1191, New York, Brooklyn, United States