Karste Karsten Kuit

Is your surname Kuit?

Connect to 571 Kuit profiles on Geni

Share your family tree and photos with the people you know and love

  • Build your family tree online
  • Share photos and videos
  • Smart Matching™ technology
  • Free!

Karste Karsten Kuit

Also Known As: "Karst Karsten Kuit"
Birthdate:
Birthplace: Paasloo, Steenwijkerland, Overijssel, Netherlands
Death: June 04, 1817 (58)
Ossenzijl, Steenwijkerland, Overijssel, Netherlands
Immediate Family:

Son of Karst Karsten I Kuit and Antjen Tobias Vos
Husband of Grietjen Jacobs Otten and Jantjen Hendriks Nooij
Father of Aaltje Karsten Kuit; Karste Karsten Kuit; Annigjen Kuit; Jacob Karsten Kuit and Jannes Karsten Kuit
Brother of Pape Kuit; Sjoukje Karsten Kuit and Jannes Karsten Kuit
Half brother of Meine Karsten Kuit; Margjen Karsten Kuit and Femmigje Karsten Kuit

Occupation: Kleermaker te Ossenzijl
Managed by: Nicolaas Beute
Last Updated:

About Karste Karsten Kuit

https://www.openarchieven.nl/hco:F33421A3-CD4D-4734-B7C9-E72D1D429262

DE FAMILIE KUIT IN DE KOP VAN OVERIJSSEL

1 Inleiding

De geschiedenis van de familie Kuit bestaat uit twee delen. Het eerste deel is mythisch, komt voort uit de fantasie van de schrijver en wordt in deze inleiding verteld. Het tweede deel is historisch, gebaseerd op archiefonderzoek en behandelt de feiten. Wie uitsluitend in het laatste geïnteresseerd is, kan de inleiding dus overslaan en verder gaan met hoofdstuk 2.

Een onderzoek naar familienamen maakt snel duidelijk waar de oorsprong van de familie Kuit ligt. Iedere Kuit, die ooit als kind geplaagd is met zijn achternaam, weet dat 'kuit' iets te maken heeft met 'vis' (de associatie met de 'kuit' van het been wordt nooit gemaakt). We moeten het begin dan ook in de visserij zoeken. In de waterige Lage Landen betekent dat het westen, noorden of midden van ons land, langs de Noordzee of de Zuiderzee.

Een andere aanwijzing vinden we in het Nederlands Repertorium van Familienamen. Bij de volkstelling van 1947 waren er 650 dragers van de naam Kuit, waarvan 275 in Noord-Holland en 143 in Zuid-Holland. In Gelderland woonden er 74, in Overijssel 60 en in Utrecht 48; tenslotte nog 50 in de overige provincies. Ook raadpleging van het telefoonboek wijst duidelijk naar een concentratie in "Holland", waarbij naast (natuurlijk) Amsterdam vooral Katwijk in het oog springt.

De naam Kuit heeft waarschijnlijk met de 'visafslag' te maken zoals die o.a. plaats vond in Katwijk, nu in Zuid-Holland, vroeger liggend in het graafschap Holland. Hier heeft ongetwijfeld de oervader van de familie gewoond en van hem stammen veel 'Kuiten' af die daar nog steeds wonen. Een definitieve verbinding tussen deze 'Kuiten' en die in het navolgende overzicht kan echter niet gemaakt worden, omdat de eerste historische 'Kuit' in mijn verhaal al vóór 1700 in Overijssel woont en archiefonderzoek in doop- en trouwboeken meestal slechts informatie na 1700 oplevert. Maar de geschiedenis van de Republiek der 7 Provinciën rond 1600, aangevuld met enige verbeeldingskracht, maakt een reconstructie zeer wel mogelijk.

Toen Prins Maurits op het eind van de 16e eeuw vanuit Holland in oostelijke richting trok om door de Spanjaarden bezette steden te ontzetten, trok er een soldaat Kuit mee in zijn leger. In 1592 belegerde Maurits Steenwijk en zag kans de stad in te nemen. In de daaropvolgende tijd trokken zijn troepen rond in het Wold rond Steenwijk. Waarom soldaat Kuit daar achterbleef toen Maurits verder trok weet ik niet, maar verschillende motieven zijn denkbaar. Misschien behoorde hij tot een legereenheid die achterbleef om de vesting Steenwijk te versterken en weerstand te bieden aan een Spaanse heroveringspoging. Wellicht ook heeft hij een aardig meisje ontmoet in het Wold en is niet teruggekeerd naar zijn compagnie. Hij bleef achter en keerde niet naar Holland terug.

Gedurende een kleine honderd jaar hebben deze Kuit en zijn kinderen in Steenwijk of Steenwijkerwold gewoond. Heette de soldaat Jacob Kuit of gaf hij zijn zoon de naam Jacob? Een andere zoon (of kleinzoon) heette Karst, namen die afkomstig waren van zijn vader of schoonvader. Het zijn de namen waaronder 'Kuiten' rond 1700 in die streek bekend waren. Hoewel het in de streek gebruikelijk was voornamen te koppelen aan patroniemen (de naam van de vader), werd de familienaam Kuit toch incidenteel door enkele leden van de familie gebruikt en bleef zo bestaan.

Er is nog een alternatieve geschiedenis, die op een andere oorsprong duidt. Volgens het Meertens Instituut in Amsterdam wordt de naam Kuit voor het eerst genoemd in 1559. Ene Geert Kuyt, ongeveer 70 jaar oud, geboren en steeds gewoond hebbend in het kerspel Bathmen bij Deventer, is dan vermoedelijk pachter op de "Hof te Loo". Aan de geslachtsnaam Kuit, aanvankelijk ook als Cuyts vermeld, is de naam Kuit voor het erve te danken. Aldus R. Boonstra in "De buurschap Loo, westelijk gedeelte", in het Verenigingsblad van de Oudheidkundige Kring Bathmen, Jaargang 17 (1997), nr. 4, p. 15. Het wetenschappelijke karakter van deze gegevens maakt de oorsprong echter niet waarschijnlijker.

2 Op zoek naar een stamvader

Over de familie Kuit in de achttiende eeuw is nogal wat bekend; daarvóór bestaat slechts onzekerheid. De familie woont in de Kop van Overijssel, in het gebied van Steenwijkerwold en Oldemarkt. De naam Kuit komt vóór 1811 nog weinig voor, meestal wordt het patroniem Karsten gebruikt, d.w.z. zoon van Karst. De namen Karst en Karsten en de varianten Carst, Karste, Kerst en Kersten komen in de regio niet veel voor, maar dat wil niet zeggen dat iemand met die naam met zekerheid tot de familie Kuit behoort. De familienaam ontbreekt vaak in doop- en trouwregisters, zodat slechts indirecte gegevens zoals vernoemingen een afstamming waarschijnlijk of zeker kunnen maken.

Het feitelijke vertrekpunt van dit onderzoek is een 'dropping' in de betrekkelijke duisternis van het jaar 1702 in een waterrijk laagveengebied in de Kop van de Provincie Overijssel. De geschiedenis van dit gebied krijgt de laatste jaren wel veel aandacht maar over de mensen die daar toen woonden en werkten en over hun identiteit weten we nog maar erg weinig. Voor de zoektocht naar leden van de familie Kuit moeten we uitgaan van enkele schaarse aantekeningen.

Karst Jacobs is tot op heden de oudst bekende stamvader. Hij is voor 1700 in de buurt van Steenwijk geboren en trouwt in 1704 met Swaentien Herms; na haar dood ruim 10 jaar later hertrouwt hij met Femmigjen Jans. Uit de twee huwelijken zijn tenminste zeven en waarschijnlijk tien kinderen geboren. Wie de ouders van Karst Jacobs zijn is (nog niet) bekend. De eerste naam van zijn vader was Jacob, de naam die hij kreeg bij zijn doop, maar zijn patroniem, de naam van zijn vader dus, is onbekend. De doopboeken van Steenwijk, Steenwijkerwold en Oldemarkt geven daaromtrent geen uitsluitsel.

Een interessante kandidaat is Jacob Karsten en er zijn indirecte aanwijzingen dat hij de vader van Karst was. In het Lidmatenregister van de Gereformeerde Gemeente van Steenwijkerwold staat, dat Jacob Karsten en Andriessien …, egteluiden, op 12 maart 1702 met attestatie zijn aangenomen; voordien waren zij dus lidmaten van de Gereformeerde Kerk in een andere plaats. Hun huwelijk is dan ook niet te vinden in het Trouwboek van Steenwijkerwold, maar helaas ook niet in dat van Steenwijk of Oldemarkt.

In het Trouwboek van Oldemarkt staan wel de huwelijken van Berent Karsten en Tryntien Henderickx (1674) en van Grietien Karsten (1675), maar niets wijst erop dat zij familie van Jacob Karsten waren. In het Trouwboek van de kerkelijke gemeente Peperga-Blesdijke in Weststellingwerf wordt op 5 februari 1682 het huwelijk vermeld van Jacob Karsten van Vledder en Femmighien Jans van Peperga. Jacob zou de vader van Karst kunnen zijn maar Femmighien was niet zijn moeder. Misschien trouwde Karst twee keer, maar dat huwelijk is niet te vinden en daarmee loopt dit spoor dood.

In het Lidmatenregister van Steenwijkerwold vinden we nog een enkele mededeling over Jacob en zijn vrouw, maar niet over zijn kinderen. Jacob overlijdt in Steenwijkerwold in februari 1721, zijn vrouw Andriessien in oktober 1723. Bij de laatste aantekening wordt ook haar patroniem vermeld: Andriessien Coops. De conclusie is dat Jacob Karsten en Andriessien Coops heel goed de ouders van Karst Jacobs kunnen zijn, maar dat niet bekend is waar zij vandaan kwamen.

Het huwelijk van Karst Jacobs is te vinden in het Trouwboek van de kerkelijke gemeente Steenwijkerwold, op 16 maart 1704: Kerste Jacobs en swaentien Herms, beide van Steenwijkerwold, hier getrout. De vrouw van Karst heette dus Zwaantje en was een dochter van Harm Hendricks. Karst en Zwaantje krijgen drie kinderen, die in Steenwijkerwold gedoopt worden: Jannes (1711), Jacoop (1712) en Jakoop (1715) (ongewijzigde spelling). Deze drie worden vermeld in het Doopboek van Steenwijkerwold, maar het is zeer waarschijnlijk dat meer kinderen geboren zijn in de eerst zeven jaren van het huwelijk. Misschien waren er doodgeboren kinderen die niet gedoopt werden. Maar de namen kloppen niet. Waarom eerst Jannes en pas daarna Jacob en waarom geen Harm? Doopsgezinden noemden kinderen niet naar levende familieleden maar deze familie was Gereformeerd. Het is goed mogelijk dat Karst en Zwaantje tijdelijk ergens anders hebben gewoond en dat hun kinderen daar gedoopt zijn. Maar in Steenwijk of Oldemarkt zijn ze niet te vinden; in Blokzijl misschien of Weststellingwerf?

Ik veronderstel dat de oudste zoon van Karst Jacob heette, dat hij werd gedoopt in Peperga (?) en dat hij in 1711 of 1712 overleed. De tweede zoon was waarschijnlijk Harm, genoemd naar de vader van Zwaantje. Op 17 februari 1732 trouwt Harm Carsten Kuit in Steenwijkerwold met Lubbegien Jans, dochter van Jan Wolters, en zij krijgen een zoon Wolter (1734) en drie dochters, Swaentje (1736), Klasien (1739) en Merrigjen (1741). Harm Kuit, zijn vrouw Lubbe Jans en hun drie dochters worden vermeld in de Volkstelling van 1748 en wonen dan in het Westeinde van Steenwijkerwold, dichtbij Paasloo. Wolter wordt niet meer genoemd: hij is vroeg overleden of jong het huis uitgegaan om te gaan werken als knecht. Het derde kind van Karst Jacobs moet Andriesje zijn, die genoemd wordt naar de vermoedelijke moeder van Karst. Zij trouwt op 11 april 1733 in Oldemarkt met Harmen Jansz Jonas uit Steenwijk Ook zij worden genoemd in de Volkstelling van 1748: Andriesjen Carsten, vrouw van Harm Jonas, en de kinderen Swaentjen, Geesjen en Karste.

Na deze hypothetische maar geenszins fictieve kinderen van Karst Jacobs en Zwaantje Harms volgt een tweede drietal, waarvan vaststaat dat zij in Steenwijkerwold gedoopt zijn. De eerste (het vierde kind) is Jannes. Hij wordt gedoopt op 8 februari 1711 en trouwt op 9 april 1735 in Paasloo met Roelofje Pieters Beulink. Zij gaan eerst wonen in Peperga en na 1744 op Tuk in Steenwijkerwold, waar zij dan in het Lidmatenregister van de kerk worden bijgeschreven. Jannes Karsten Kuit wordt genoemd in de Volkstelling van 1748 met zijn vrouw en hun kinderen Rensje (1736), Zwaantje (1739) en Karst (1748); hun dochter Pietertje (1744) is dan al overleden. In 1753 wordt hun tweede zoon en laatste kind Pieter gedoopt. Als tweede wordt op 11 december 1712 Jacob gedoopt (Jacoop, zoon van kerst Jacoop) maar hij overlijdt niet lang daarna. Tenslotte wordt op 17 maart 1715 het derde kind gedoopt in Steenwijkerwold en opnieuw Jacob genoemd. Deze Jacob, waarschijnlijk het zesde kind van Karst Jacobs, trouwt op 27 juni 1745 in Steenwijkerwold met Jantien Jakoops; ruim drie maanden later wordt hun zoon Karst geboren.

Als Swaentien Herms bij of kort na de geboorte van Jacob in 1715 overlijdt, hertrouwt Karst Jacobs in september van datzelfde jaar. In het Trouwboek van Steenwijkerwold wordt het huwelijk als volgt vermeld: Karst Jacobs Kuijt weduwnaar van 't Wolt en Femmechien Jans te Steenwijk, getrout alhier. Uit dit huwelijk worden alsnog vier kinderen geboren: Jan, Aaltien, Kleis en Carst. Over de eerste drie is weinig bekend: Jan wordt gedoopt op 25 oktober 1716 en naar de vader van Femmigje genoemd, Aaltien wordt gedoopt op 25 januari 1719 en zal wel genoemd zijn naar de moeder van Femmigje, en van Kleis (= Klaas), gedoopt op 2 november 1721, is slechts bekend dat hij in 1748 knecht in Paasloo is en dan (nog) ongehuwd.

Begin 1724 wordt tenslotte Carst geboren, waarschijnlijk het tiende kind van Karst Jacobs en in ieder geval het vierde en laatste uit het huwelijk van Karst en Femmigjen. In het Doopboek van Steenwijkerwold staat: Anno 1724 Den 30 Janu is gedoopt de soon van karst Jakoop en femmegien Jans en is genaamt Carst en is door de vrou van Harmen breyder te doop gehouden omdat de vader dood was. Karst Jacobs is dus nog vóór de geboorte van zijn zoon overleden en daarom wordt de zoon naar zijn vader genoemd. Vader noch moeder zijn bij de doop aanwezig en waarschijnlijk wordt Karst ten doop gehouden door een schoonzus van Femmigjen, de vrouw van haar broer Harm Jans Breyder. Die wonen ook in Steenwijkerwold, hun dochter Marchien wordt daar in 1709 gedoopt. Het is overigens onzeker of Karst is geboren begin 1724 of eind 1723, gezien de datum van zijn doop. Met Karst gaat dit verhaal verder en krijgen we vastere grond onder de voeten.

3 Van Steenwijkerwold naar Paasloo

Over de jeugd van Karst weten we weinig. Na zijn vaders dood hertrouwt zijn moeder Femmigjen in december 1729 met Dirk Eleveld, soldaat; zij wordt dan weduwe op Tuk genoemd. Daarvóór is op 3 april 1729 in Steenwijkerwold een kind gedoopt met de naam Jantien, dogter van femme Jans Cuijt. In 1730 of kort daarna moet Femmigjen zijn overleden, want Dirk Eleveld trouwt opnieuw in 1731. Vanaf zijn zevende jaar is Karst dus wees. Mogelijk wordt hij dan enkele jaren in het gezin van zijn oom Harm Jans Breyder opgenomen. Als zijn zus Andriesje trouwt in 1733, ligt het voor de hand dat hij bij haar in Paaslo gaat wonen. Hij is dan 9 jaar.

De volgende aanwijzing over Karst vinden we in het Trouwboek van Oldemarkt, waar op 16 april 1746 een summiere aantekening staat over het voorgenomen huwelijk van Karst Karsten en Antjen Tobias. Leeftijd noch ouders worden vermeld en ook de familienaam ontbreekt, maar dat geldt voor alle huwelijken die in deze tijd in Oldemarkt worden opgetekend. Onderzoek van Doop- en Trouwboeken van Steenwijkerwold en Oldemarkt laat geen andere conclusie toe dan dat dit dezelfde Karst Karsten is die in 1724 is geboren en de namen van zijn kinderen bevestigen het. Hij woont dan in Paasloo, de buurtschap van Oldemarkt die aan Steenwijkerwold grenst.

Antjen Tobias is een dochter van Tobias Vos en Holde Pappes uit Oldemarkt; in de overlijdensakte van haar zoon Karst wordt zij Antje Tobias Vos genoemd. In het Doopboek van de Gereformeerde kerk van Oldemarkt wordt de doop van Antjen Tobias niet vermeld, evenmin als die van haar zus Trientje. Het is waarschijnlijk dat de ouders Doopsgezind waren en de kinderdoop afwezen. In de Kop van Overijssel woonden in die tijd veel Doopsgezinden. Trientje trouwt in 1755 met Tijsse Tjerks uit Oldelamer, en haar zonen Tobias (1755) en Tjerk (1759) worden wel kort na de geboorte in Oldemarkt gedoopt, net als de kinderen van Antjen. Vader Tobias Vos wordt in 1761 in Oldemarkt begraven; zijn vrouw Holde is waarschijnlijk tussen 1747 en 1755 overleden en moet tot haar dood een sterke Doopsgezinde invloed gevormd hebben.

Karst Karsten en Antjen Tobias trouwen op 8 mei 1746, gaan in Paasloo wonen en krijgen daar vier kinderen. Hun oudste zoon wordt gedoopt op 3 april 1747 en Pape genoemd, naar de vader van Holde Pappes, en dit versterkt het Doopsgezinde vermoeden, want anders was de oudste zoon Karst of Tobias genoemd. Tobias Vos leeft dan echter nog en kan dus niet vernoemd worden. Over Pape en zijn kinderen gaan de hoofdstukken 4 en 5.

De oudste dochter (het tweede kind) wordt pas ruim drie jaar na Pape geboren. Op 8 november 1750 wordt Femmigjen gedoopt in Steenwijkerwold en genoemd naar de moeder van Karst. Aangezien die niet meer in leven is, stuit de vernoeming niet op (Doopsgezinde) bezwaren. Femmigjen is het enige kind in dit gezin dat niet in Oldemarkt of Paasloo is gedoopt; het kan zijn dat er op dat moment geen dominee in Oldemarkt was. Verder zijn over deze dochter geen gegevens te vinden. Ze is niet getrouwd, want een huwelijk zou in Oldemarkt moeten zijn afgekondigd. Ook geen overlijdens- of begraafgegevens, maar dat zegt weinig want die werden niet systematisch bijgehouden, zeker niet in Oldemarkt. De conclusie moet zijn dat zij zoals veel kinderen in die tijd op jonge leeftijd is gestorven, en wel vóór 1779 want dan wordt weer een Femmigje Karsten geboren. Maar daaover later.

Bijna vier jaar na Femmigjen wordt opnieuw een dochter geboren en op 1 september 1754 gedoopt met de naam Sjoukjen. Op 26 oktober 1777 trouwt zij in Oldemarkt met Peter Hendriks Bijkerk van Paasloo en in de volgende jaren worden Hendrik, Karst en Geesjen Bijkerk geboren. Zij vallen buiten dit verhaal, maar er wonen nog steeds mensen met de naam Bijkerk (soms Bijker) in de regio.

In 1757 wordt in het gezin van Karst en Antjen een levenloos kind geboren en op 29 november 1758 volgt de geboorte van Karste, die wordt genoemd naar zijn grootvader Karst Jacobs, en wiens volledige naam luidt Karste Karsten (Kuit); in de streektaal wordt dat soms Kerste Kersten. Deze Karste is een centrale figuur in de genealogie van de familie met veel nakomelingen. Zijn verhaal wordt verteld vanaf hoofdstuk 7.

Tussen de tweede en de derde zoon zit weer een relatief lange tijd. Bijna vijf jaar na Karste, op 14 september 1763, wordt Jannes geboren en hij wordt kennelijk genoemd naar zijn oom Jannes in Steenwijkerwold. Ook Jannes is een belangrijke figuur in dit familieverhaal. Net zoals Karste krijgt hij een groot gezin, waarvan nog veel nakomelingen leven. Maar hun wegen gaan al vroeg uiteen omdat Jannes over de provinciegrens in Weststellingwerf werk vindt en zich daar later ook vestigt. Dit verhaal wordt verteld vanaf hoofdstuk 20.

Deze 'breuk' in het gezin kan waarschijnlijk niet los gezien worden van de dood van Antjen Tobias begin februari 1766. Haar overlijden wordt nergens vermeld, maar over haar begrafenis in Oldemarkt staat een notitie in het boek van de Diaconie. De 42-jarige Karst Karsten blijft achter met tenminste drie jonge kinderen. Alleen Pape werkt misschien al buitenshuis en Sjoukjen is met haar 11 jaar nog te jong om haar moeder te vervangen. Daarom besluit Karst te doen wat in die tijd gebruikelijk is: hertrouwen op korte termijn.

Nog in datzelfde jaar 1766, op 14 december, trouwt Karst Karsten met Vroukjen Meinen. In 1766 werkt zij in Paasloo en haar ouders zijn Meine Alberts en Marregjen Jans, maar over haar geboorte of doop zijn geen gegevens te vinden. Waarschijnlijk is zij geboren tussen 1736 en 1742 en was ze een stuk jonger dan Karst, maar zij is niet gedoopt in Oldemarkt of Steenwijkerwold; in Blokzijl misschien?

In september 1767 wordt in Paasloo haar zoon Meine geboren maar hij overlijdt na ruim een jaar. Kort daarna wordt op 9 juni 1769 weer een zoon geboren en opnieuw Meine genoemd. Deze Meine blijft de enige zoon van Karst en Vroukjen en de speciale relatie tussen moeder en zoon blijkt uit het feit dat Vroukjen na het overlijden van Karst nog vele jaren tot haar dood bij deze zoon zal blijven wonen. Het is ook opmerkelijk dat er in dit gezin een bijzondere band ontstaat tussen Meine en zijn halfbroer Jannes, die toch bijna zes jaar ouder is. Maar Jannes is pas twee als zijn moeder overlijdt en Vroukjen is voor hem altijd zijn moeder geweest. Na het verhaal van Jannes volgt in hoofdstuk 23 het verhaal van zijn halfbroer Meine Karsten.

Na Meine worden, telkens met lange tussenpozen, nog twee dochters geboren. Margjen wordt geboren op 15 december 1773 en natuurlijk genoemd naar de moeder van Vroukjen. Vijf jaar later, op 24 januari 1979, wordt de jongste dochter geboren en Femmigjen genoemd, naar de moeder van Karst. Hieruit blijkt dat de eerste Femmigjen van 1750 inmiddels is overleden.

De beide zussen Margjen en Femmigjen trouwen met twee broers, zonen van Jan Hendriks Schipper en Meintje Geerts Soetevent, een Doopsgezind gezin uit Giethoorn. Een derde zoon Hendrik woont in 1795 in Ossenzijl, waar hij werkt als turfmaker met zijn oudere broers Klaas en Louw. Femmigjen, de jongste van de beide zussen, trouwt op 15 januari 1797 in Oldemarkt met de ruim 10 jaar oudere Klaas Jans Schipper en schrijft haar naam dan als Kuyt. Rond 1803 wordt hun zoon Jan geboren, kort voor of na dat zij zich vestigen in het minder uitgeveende gebied van Oosterzee. Het blijft bij deze ene zoon, want als Femmigjen in 1809 op 30-jarige leeftijd in Echten (Fr) overlijdt laat zij een man en een kind na.

De oudere zus Margjen trouwt pas vier jaar na Femmigjen, rond 1801, met Louw Jans Schipper en zij wonen en werken in Ossenzijl en Spanga (Weststellingwerf) en krijgen daar 4 zonen, Jan, Karst, Albert en Gerrit (over dochters is niets bekend). Margjen heeft veel langer geleefd dan haar zus: zij is 85 als zij op 29 augustus 1859 in Spanga overlijdt. Haar kinderen noemen zich dan al Schippers, een naam die in Lemsterland en Weststellingwerf veel voorkomt en daardoor verder familieonderzoek bemoeilijkt. Toch levert dit onderzoek wel interessante resultaten op, omdat nazaten van de Schippers een belangrijke rol spelen bij het ontstaan van de Vrije Zendingsgemeente in Nijetrijne. De VZG en de rol van de familie Kuit daarin krijgen aandacht in hoofdstukken 11 en 14. Daar zal blijken dat diverse afstammelingen van Karst Karsten generaties later weer bij elkaar komen.

Als we terugkijken op de levensloop van vader Karst Karsten zien we dat hij bij zijn eerste huwelijk 22 is, bij zijn tweede huwelijk 42 en bij de geboorte van zijn jongste dochter ongeveer 55. Op welke leeftijd hij is overleden weten we echter niet, omdat het Begraafboek van Oldemarkt hiaten bevat, vooral op het eind van de achttiende eeuw. Het is gestorven tussen de geboorte van Femmigjen in 1779 en de Volkstelling van 1795, waarin hij niet meer genoemd wordt.

Uit deze Volkstelling blijkt dat Vroukjen Meinen dan bij haar zoon Meine in Paasloo woont; zij blijft daar wonen tot haar dood op 5 mei 1814. Twee dagen later doet Meine aangifte in Oldemarkt en ondertekent met Meine Kuit. Deze handtekening vormt de sluitsteen op het eerste deel van het Kuit-verhaal.

6 Kerste Kersten in Ossenziel

De broer van Pape en tweede zoon van Karst Karsten en Antjen Tobias wordt op 29 november 1758 gedoopt in Paasloo en Karst genoemd. Zijn naam wordt vaak geschreven als Karste en soms als Kerste, schrijfwijzen die de uitspraak in die tijd weergeven. Hij wordt genoemd naar zijn grootvader Karst Jacobs en zijn volledige naam luidt Karst Karsten Kuit.

Karst wordt kleermaker, net als zijn broer Pape. Maar terwijl Pape op de Hare dichtbij Oldemarkt gaat wonen, trekt Karste verder van Paasloo weg en vestigt zich in de buurtschap Ossenzijl, 4 km ten zuidwesten van Oldemarkt. Op 20 mei 1787 trouwt hij in Oldemarkt met Grietjen Jacobs, de oudste dochter van Jacob Beerents Otten en Hendrikjen Klaassen Weert. Grietjen is geboren in Calenberg, niet ver van Ossenzijl, op 25 mei 1763. Haar broers Klaas en Hendrik nemen in 1811 de naam de Weerd aan; haar twee jongste zussen, Lummigjen en Marrigjen, houden enkele van haar kinderen ten doop.

De zeven kinderen van Karst en Grietjen worden geboren in Ossenziel (zoals het nog steeds genoemd wordt) en tot op de dag van heden zal Ossenziel de plaats blijven waar Kuuten wonen en werken. Op 9 juni 1788 wordt daar Antjen geboren en in het Doopboek van Oldemarkt ingeschreven als Antjen Kersten. Op de vierentwintigste van de Bloeymaand van het jaar 1810 wordt afgekondigd dat zij begin juni in Oldemarkt zal trouwen met Wicher Jans Vaartjes, die ca 1778 is geboren in Scheerwolde in de gemeente Steenwijkerwold. Wicher en Antjen krijgen vijf kinderen, waarvan de oudste, Grietjen (1811), trouwt met Aaldert Wichers Braad, zoon van een bekende turfmakersfamilie in Kalenberg/Ossenzijl. Van hun vier zonen trouwt Cornelis (1824), de derde, in 1854 met zijn nicht Jantje Karsten Kuit (hoofdstuk 7).

Twee jaar na Antjen wordt opnieuw een dochter geboren en Hendrikje genoemd, naar de moeder van Grietjen. Behalve haar geboortedatum (25 april 1790) en de namen van haar ouders is niets over haar bekend, geen huwelijk en geen overlijden. Zij moet tussen 1794 en 1811 gestorven zijn en overlijdens zijn in die periode lang niet altijd geregistreerd, zeker als het jonge kinderen betreft.

Weer twee jaar later wordt Kerste Kersten geboren (zie hoofdstuk 7) en op 5 oktober 1894 de derde dochter Annigjen. Haar zus Hendrikjen leeft dan nog, want anders zou de naam Hendrikjen herhaald zijn. Annigjen trouwt op 10 maart 1823 met de 8 jaar jongere Gerrit Jans Pijlman, een zoon van Jan Geerts Pijlman en Marrigjen Hendriks uit Kalenberg. Waarschijnlijk hebben zij geen kinderen gekregen. Annigjen overlijdt in 1859 in Ossenzijl, haar zus Antjen is drie jaar daarvoor overleden.

Na Annigjen worden met tussenpozen van telkens een paar jaar nog drie zonen geboren: Jacob (zie hoofdstuk 15), Jannes (zie hoofdstuk 19) en Berent. Jacob en Jannes en de al genoemde Karst hebben een talrijk nageslacht, waaraan aparte hoofdstukken worden gewijd. Over Berent is even weinig bekend als over zijn zus Hendrikjen: hij is geboren in Ossenzijl en gedoopt op 7 maart 1802 in Oldemarkt. Ook hij zal wel jong zijn overleden.

Alvorens de drie oudste zonen te bespreken, nog enkele afsluitende opmerkingen over hun ouders. Als Grietjen Jacobs op 15 juli 1807 op 43-jarige leeftijd in Ossenzijl overlijdt, laat zij een gezin na, waarvan de oudste 19 en de jongste 5 is (als Berent dan nog leeft). Vader Karst, inmiddels baas kleermaker, is 48, maar tegen de verwachting in hertrouwt hij niet. Waarschijnlijk neemt de oudste dochter Antjen de zorg voor het gezin op zich, en volgt Annigjen haar na 1810 in deze rol op.

Pas op 7 oktober 1815, acht jaar na de dood van zijn eerste vrouw, trouwt Karst met Jantjen Hendriks Nooij, dochter van Hendrik Tijmens Nooij en Aaltjen Hendriks uit Calemberg. Bij dit huwelijk is zijn neef Jan, de zoon van Pape, een van de vier getuigen. Antjen is dan al getrouwd en Jannes, de jongste, is 15 en zal spoedig het ouderlijk huis verlaten. Nu zijn kinderen hem niet meer nodig hebben, lijkt een huwelijk met de 13 jaar jongere Jantjen aantrekkelijker dan alleen wonen of bij een van de kinderen intrekken. Het huwelijk is echter van korte duur, want minder dan twee jaar later, op 4 juni 1817, overlijdt Karst in Ossenzijl. In de overlijdensakte staat dat Karste Kuit, van beroep kleremaker, oud sesenvijftig jaren, eheman van Jantjen Hendriks, zoon van Karste Karsten Kuit en Antje Tobias Vos, geboren te Paaslo en wonende te Ossenzijl, op den vierden Junij dezes jaars overleden is, des morgens om vijf uren ten zijnen huize staande te Ossenzijl sub N.o 28.

De verkeerde leeftijd (56 i.p.v. 58) is niet ongewoon in akten van overlijden, maar in dit geval is het vreemd, omdat in de huwelijksakte twee jaar daarvoor ook 56 staat. En het is opmerkelijk dat de twee gebuuren, die het overlijden aangeven, de leeftijd van Karst niet kennen maar wel de volledige naam van zijn overleden moeder. De verklaring is vermoedelijk dat Willem Dumon, de schout die de aangifte registreert, de familienaam van Antje Tobias uit Oldemarkt wel kent, maar de leeftijd van Karst niet, en niet de moeite neemt zijn leeftijd te controleren. Jantje Hendriks Nooij overleeft haar man meer dan dertig jaar en overlijdt op 26 oktober 1850.

7 Neeltjen Kroondijk van Weststellingwerf

De drie zonen van Karst Karsten zorgen ervoor dat de familienaam na 1800 op ruime schaal blijft bestaan en van hen is Karst de oudste. In het Doopboek van Oldemarkt wordt hij op 29 maart 1792 ingeschreven als Kerste Kersten, namen die verwijzen naar zijn grootvader en zijn vader. Karst wordt geboren in Ossenzijl en blijft daar zijn hele leven wonen. Als hij 28 is trouwt hij met Neeltjen Kroondijk, die dan in Ossenzijl werkt en woont, maar geboren is in Nijelamer in Weststellingwerf, op 17 maart 1790. Het burgerlijk huwelijk wordt in 1820 gesloten in Oldemarkt, alwaar

Op heden den Zesden der maand April des jaars achttien honderd en twintig, des namiddags ten drie uren compareerden voor ons Willem Dumon, Schout der gemeente Oldemarkt, Provincie Overijssel, waarnemende de functien van Officier van den Civielen Staat

Kerste Kersten Kuit van beroep Visscher oud agtentwintig jaren en wonende te Ossenzijl in deze gemeente, meerderjarige zoon van Kerste Kersten Kuit en van Grietjen Otten beide overleden, en de grootouders zo van vaders als moeders zijde mede overleden, ter eenre

En Neeltjen Kroondijk van beroep naaijster oud dertig jaren geboren te Nijlamer in de Provintie Vriesland en wonende te Ossenzijl in deze gemeente, meerderjarige dogter van Jacob Hanses Kroondijk en van Trientje Rinkes, boerderijdoende en woonagtig te Oudelamer in Vriesland, beide hierbij tegenswoordig en derzelver toestemming gevende ter andere zijde

Zijnde de vereischte stukken tot dit huwelijk hierbij overgelegd en volgens vertoonde paspoort afgegeven te Groningen in dato 15 Maart 1820 gebleken, dat hij aan de vereischten van de Nationale Militie voldaan heeft,

De akte is ondertekend door bruidegom en bruid, de ouders van de bruid, vier getuigen, aan contractanten niet verwant, en de schout. De bruidegom ondertekent Karste (niet Kerste) Karsten Kuit en de bruid Neeltje (niet Neeltjen) Kroondijk; de moeder van de bruid schrijft Trijntje (niet Trientje) Rinkes. Drie dagen later wordt het huwelijk in de kerk van Oldemarkt bevestigd. Neeltje's beroep past goed bij dat van Karst, want hoewel die in de akte visser wordt genoemd, is hij ook kleermaker, net als zijn vader.

Nog vóór het einde van het jaar wordt een tweeling geboren. Karste Kuit, van beroep visser, compareert (verschijnt) op 13 december voor de schout, geadsisteerd met twee Getuigen, een tapper uit Ossenzijl en een bakker uit Oldemarkt, om te verklaren dat

zijne huijsvrouw Neeltjen Kroondijk op den elfden dezer maand Dezember des namiddags ten drie uren te Ossenzijl ten zijnen huize is bevallen van een kind van het vrouwelijke geslacht, aan dewelke de voornaam is gegeven van Grietjen, en een half uur na gemelde bevalling verlost van een kind mede van het vrouwelijke geslacht, aan het welke de voornaam van Trijntjen is gegeven.

En zo worden beide grootmoeders in één keer vernoemd.

In 1823 wordt een derde dochter geboren, Hendrikjen, en in 1825 de enige zoon, Jacob. Daarmee wordt de verwarring van opeenvolgende Karstes doorbroken. In de geboorteakte van Jacob wordt vader Karst niet visser, maar kleermaker genoemd. Enkele jaren later wordt Jantjen geboren en in 1831 Vrouwkjen, de laatste van de vijf dochters. Anderhalf jaar later overlijdt Neeltjen Kroondijk, op 28 augustus 1832, zodat Karst op 40-jarige leeftijd achterblijft met zes kinderen, tussen 1 en 11 jaar oud. Hij hertrouwt echter niet, maar woont ruim 20 jaar als weduwnaar in Ossenzijl. Hij overlijdt op 30 mei 1853 en in zijn overlijdensakte heet hij nog steeds Kerste Kersten Kuit. De overlijdensdatum is overigens van belang voor de huwelijksdata van enkele van zijn kinderen.

De oudste dochter Grietjen Kuit is geboren in Ossenzijl op 11 december 1820. Net als haar moeder Neeltjen is zij naaister en het duurt tot 1854 voor zij eindelijk trouwt. Misschien is de liefde pas laat gekomen, maar het ligt meer voor de hand dat de gezinssituatie een belangrijke rol speelt. Als oudste dochter in het gezin met zes kinderen zonder moeder heeft zij ongetwijfeld vanaf haar elfde jaar voor haar broer en zussen moeten zorgen. Het gezin woont dan in Ossenzijl op nummer 71. Na de dood van haar vader in 1853 trouwt Grietjen op 5 mei 1854 in Oldemarkt met Koendert Zijlstra, een boerenknecht in Spanga. Koendert is afkomstig uit Ossenzij, waar hij in 1825 is geboren als zoon van Sibbe Zijlstra en Grietje Pit.

Over de omstandigheden van deze geboorte past een enkele opmerking. Als Koene wordt geboren op 15 maart van dat jaar, wordt hij genoemd naar zijn grootvader, een normale zaak. Maar 1825 is ook het jaar van de grote watersnoodramp. Begin februari breekt de Zuiderzeedijk op verschillende plaatsen en komt een groot deel van noord-west Overijssel onder water te staan. Het aantal menselijke slachtoffers in Ossenzijl en Kalenberg is niet groot, omdat bijna iedereen over een boot beschikt. Twee van de slachtoffer zijn de grootouders van Koene: op 13 februari 1825 is uit het water onder IJsselham opgehaald Koene Zijlstra oud 50 jaar Eheman van Aaltjen IJsebrands, zoon van wijlen Sibbe Hessels en Jantje Klazen, geboren te Oudetriene, wonende te Ossenziel, bij gelegenheid van de alstoen plaats gehad hebbende watervloed aldaar. Ook oma Aaltjen is verdronken. Een maand na deze tragische gebeurtenis wordt Koene, de kleinzoon van deze mensen, geboren.

Na hun huwelijk wonen Grietjen Kuit en Koendert Zijlstra in Ossenzijl. Of zij kinderen hebben weet ik nog niet. In ieder geval leeft de naam Koendert voort in de familie Kuit, want de derde zoon van Grietjens broer Jacob wordt in 1867 Koendert genoemd, naar de man van Jacobs oudste zus. De kleinzoon van deze Koendert Kuit heet ook Koendert Kuit en woont in 2003 nog in Ossenzijl. Grietjen Kuit is is niet oud geworden, want ze overlijdt vóór haar vijftigste, op 5 september 1870. Koendert hertrouwt een jaar later met de weduwe Geertje Heerschop, dochter van Albert Heerschop en Margjen Nijmeijer uit Ossenzijl.

De tweede dochter van Karst Karsten Kuit, Trijntjen, wordt een half uur na Grietjen geboren. Drukt de verantwoordelijkheid voor het moederloze gezin minder op haar schouders dan op die van Grietjen? In ieder geval trouwt zij elf jaar eerder dan haar tweelingzus en verdwijnt vervolgens uit Ossenzijl. Op 21 april 1843 trouwt zij met Jan Scheffer, niet in Oldemarkt maar in Blankenham, en zij gaan wonen in Blokzijl, waar Jan Scheffer overlijdt in 1876. Als Trijntjen ruim dertig jaar later in Blokzijl overlijdt, op 2 april 1908, is zij 87.

De derde dochter van Karst Kuit wordt geboren op 31 juli 1828 en haar naam, Hendrikjen, verwijst naar de jong overleden zus van Karst. Ook zij trouwt nog vóór haar oudste zus en, net als Trijntjen, niet in Oldemarkt. Haar man, Gerrit Hofstede, komt uit de omgeving van Vollenhove en zij trouwen zij in 1851 in Ambt Vollenhove. Na de vroege dood van Gerrit trouwt Hendrikje in 1867 in Stad Vollenhove met Klaas Doevedans. Daar overlijdt zij ook, op 16 december 1901.

Het vierde kind in het huwelijk van Karst en Neeltjen is eindelijk een zoon en wordt Jacob genoemd, maar vanwege zijn talrijke nageslacht verdient hij een afzonderlijke bespreking (hoofdstuk 8) en daarom gaat het verhaal nu verder met de twee jongste dochters, Jantjen en Vrouwkjen.

Jantjen is de vierde dochter en wordt geboren op 15 maart 1828, bijna drie jaar na Jacob. Zij wordt genoemd naar de tweede moeder van Karst, die dan nog leeft. Jantjen blijft tot tot de dood van haar vader in 1853 bij hem thuis in Ossenzijl, maar vertrekt een paar maanden later naar Steenwijkerwold om daar te gaan werken. Een half jaar later, op 28 april 1854, trouwt zij in Oldemarkt met haar neef Cornelis Vaartjes. Cornelis is een zoon van Wicher Jans Vaartjes en Antje Kersten Kuit (zie het vorige hoofdstuk) en komt evenals Jantjen uit Ossenzijl. Cornelis en Jantjen wonen in Steenwijkerwold en overlijden daar ook, Jantjen op 13 augustus 1886, Cornelis tien jaar later.

De vijfde en laatste dochter van Karst Kuit wordt bijna 3 jaar na Jantjen geboren op 24 januari 1831 en Vrouwkjen genoemd. En verklaring voor die naam kan ik nog niet geven. Een van de aangevers van haar geboorte is Jan Kuit, dat is Jans Papen Kuit, de kleermaker op de Hare, die dichtbij Oldemarkt woont. Aangezien haar moeder Neeltjen anderhalf jaar na haar geboorte komt te overlijden, wordt Vrouwkjen grootgebracht door haar slechts tien jaar oudere zus Grietjen, die een tweede moedermoet zijn geweest. De relatie tussen de twee zussen komt op een wel zeer pregnante wijze tot uitdrukking: zij trouwen gelijktijdig in Oldemarkt op 5 mei 1854, een week nadat Jantjen daar getrouwd is. Grietjen is dan 33, Vrouwkjen 23.

Vrouwkjen (er zijn diverse spellingen) trouwt met Rein Everts Timmerman, die in 1830 in Giethoorn is geboren als zoon van Evert Timmerman en Trijntje Kamp. Als Rein trouwt, werkt hij als timmerman in Steenwijkerwold; na hun huwelijk gaan zij in Blesdijke in Weststellingwerf wonen. Daar wordt een zoon geboren die slechts kort leeft, en in 1858 hun dochter Neeltje, genoemd naar Vrouwkjens moeder. Net als haar grootmoeder wordt Neeltje naaister en in 1878 trouwt zij met haar neef Karst (zie hoofdstuk 10), de oudste zoon van haar oom Jacob Kuit (zie hoofdstuk 8). Rein en Vrouwkjen blijven in Blesdijke wonen tot hun dood,

view all

Karste Karsten Kuit's Timeline

1758
November 29, 1758
Paasloo, Steenwijkerland, Overijssel, Netherlands
1788
1788
Ossenzijl, Steenwijkerland, Overijssel, Netherlands
1792
March 29, 1792
Ossenzijl, Steenwijkerland, Overijssel, Netherlands
1794
October 5, 1794
Ossenzijl, Steenwijkerland, Overijssel, Netherlands
1797
1797
Ossenzijl
1800
April 15, 1800
1817
June 4, 1817
Age 58
Ossenzijl, Steenwijkerland, Overijssel, Netherlands