Lid van een RIDDERSCHAP
De staatkundige invloed van de ADEL kreeg in de Nederlanden 'n eigen karakter doordat edelen zich aaneensloten in RIDDERSCHAPPEN, organen die vanaf de 15e eeuw bestuurlijke status kregen. Dat 'verbond' ontstond zowel in gewestelijk, provinciaal als in stedelijk verband.
In 1425 is bijvoorbeeld voor 't eerst sprake van de 'ridderscap uyt Drenthe', aanduiding voor de gehele Drentse adelsgroep. In deze ontwikkeling van individuele edelen naar adel als groep onderscheidt Drenthe zich niet van andere Nederlandse gewesten. Aanvankelijk was de ridderschap in -nu provincie- Drenthe een bisschoppelijk adviesorgaan en het was de landsheer die de toelating bepaalde. Hij koos daarvoor edelen die persoonlijk door de bisschop voor een LANDS-DAG werden opgeroepen. Maar gaandeweg vormde de ridderschap steeds meer een lichaam tegenover de niet-edele EIGEN-ERFDEN.
In 1603 resulteert deze ontwikkeling in totstandkoming van de Staten van Drenthe die bestond uit Ridderschap en Eigen-erfden. De in 1795 bij de Bataafse omwenteling afgeschafte ridderschap werd in 1814 hersteld.
In de grondwet van 1814 kreeg de ADEL in het nieuwe koninkrijk een belangrijke positie. Ridderschappen in de verschillende provincies leverden een kwart van de zetels van de Staten-Generaal. Anders dan vóór 1795 werd lidmaatschap van de ridderschap niet bepaald op grond van aantal HAVEZATEN, maar adeldom in combinatie met VERMOGEN.
Omdat in Drenthe na 1814 weinig nieuwe adel gecreëerd werd, treffen we daar dezelfde families als vóór 1795 aan in de ridderschap. Met de invoering van de Provinciewet van 1850 kwam een einde aan de staatsrechtelijke bevoorrechting van de Nederlandse adel.
Ridderschap van Groningen & Ommelanden
Zie https://www.geni.com/projects/Ridderschap-van-Groningen-Ommelanden/4495568
Ridderschap in FRIESLAND
'Ridderscap uyt Drenthe'
Ridderschap in OVERIJSSEL
- 1816 : Franz Egon Philippus Joannes von-BÖNNINGHAUSEN ‧ 1789-1849 ‧
ridderschao in Twente
- Ridderschap van het Kwartier Twente
- Herman baron RIPPERDA x-c.1623
Ridderschap van ZUTPHEN
- 17-x : Jacob Adolph van HEECKEREN van Beurse ‧ 1724-1792 ‧
- 1746 : Johan Adolf Hendrik Sigmund van DORTH van Holthuizen en 't Velde ‧ c.1725-1795 ‧
- 1752 : Jacob Derck Carel van HEECKERENvan Kell, Lichtenberg en Roderlo ‧ 1730-1795 ‧
- 1754 : Alexander Hendrik van der CAPELLEN van den Dam, Marhulsen en den Boedelhof ‧ 1732-1807 ‧
- 1756 : Adolf Ernst Carel Willem van PALLANDT van Walfort, Keppel, Voorst en Ehze ‧ 1733-1813 ‧
- 1766 : [ Hendrik Adriaan van ROUWENOORT] van Langen en Ulenpas ‧ 1741-1815 ‧ ZIE HENDRIK & vBROECKHUYSEN
- 1766-1795 : Evert Carel Christiaan Willem van HEECKEREN van Nettelhorst, Batingen en Clooster ‧ 1744-1816 ‧
- 1768 : Frederik Jan Willem Robbert van HEECKEREN van Overlaar en Bisfelt ‧ 1745-1815 ‧
- 1771 : Robert Jasper van der CAPELLEN van de Marsch en de Lathmer ‧ 1743-1814 ‧
- 1777 : Frans Jan van HEECKEREN van Beurse ‧ 1754-1783 ‧
- 1777 : Gerrit Jurrien Johan Adriaan Adolf van DORTH van Holthuizen en Harreveld ‧ c.1755-x ‧ bv. Johanna Magdalena Catharina Judith vD. ‧ 1747-1799 ‧ die een geheime affaire had met Engelbert CROOKCEUS ‧ advocaat ‧ en daarvoor in Delft werd opgesloten in het VrouwenVerbeterHuis DUYNKERKEN...!
Ridderschap in GELDERLAND
Ridderschap in Utrecht
- Cornelis van Amstel van Mijnden
Ridderschap in HOLLAND - Noord- of Zuid
Ridderschap van ZEELAND
- Zie sub-project
AANVULLING WELKOM, bij voldoende aanwas kan een specifiek project volgen....
---jMVu-2022-XI-10-do---