Start your family tree now Is your surname Flaming?
There are already 10 users and 700 genealogy profiles with the Flaming surname on Geni. Explore Flaming genealogy and family history in the World's Largest Family Tree.

Flaming Genealogy and Flaming Family History Information

‹ Back to Surnames Index

Create your Family Tree.
Discover your Family History.

  • Build your family tree online
  • Share photos and videos
  • Smart Matching™ technology
  • Free!
view all

Profiles

About the Flaming surname

Hoewel de naam Vlaming gedachten aan Vlaamse herkomst oproept, behoren de Vlaming's toch tot de alleroudste Texelse geslachten. Al in 1561, dus nog voor de reformatie, toen de familienamen nog uiterst zeldzaam waren, gebruikte "Gherryt Zijmonsz Flaming 200 saijlant" in de omgeving van Oosterend (Algemeen Rijksarchief Den Haag, no. 1452, Tiende Penning). De naam kwam later ook elders in Noord-Holland voor, oa in de Streek, maar familieverwantschap is niet aannemelijk. In 1621 en 1622 is sprake van Maerten Hendriksz Vlamingh en Gerrit Hendriksz Vlamingh, waarschijnlijk broers die, gezien het tijdsverschil van 60 jaar met 1561, vrijwel zeker als kleinzoons van de eerstgenoemde Gherryt Zijmonsz Flaming mogen worden aangemerkt (Stadsarchief Medemblik no. 990; R.A.H. 6865, 20-10-1622). Gerrit Hendriksz Vlaming was in 1635 één der regerende burgemeesters op Texel. Uit het kerkboek van De Waal blijkt zijn gereformeerde religie (1657). Omstreeks 1660 moet hij op vrij hoge leeftijd zijn overleden. Zijn enige zoon Hendrik Gerritsz Vlaming (o.a. schepen van Oosterend) woonde op Zevenhuizen en trouwde in 1658 met Martje Jacobs, van De Waal, maar kreeg geen kinderen. Deze Hendrik Gerritsz was in 1667 getuige bij de doop van Gerrit Symonsz Vlaming, de stamvader van het in geslacht op Texel. Met Hendrik Gerritsz Vlaming zou de naam in deze tak zijn uitgestorven, als niet de beide kinderen van zijn zuster Neel Gerrits één van hun zoons volgens een in die dagen veel voorkomend gebruik naar hun grootvader Geriit Vlaming hadden genoemd. Neel Gerrits was getrouwd met Pieter Simonsz Smit, van Oost, die o.a. schepen van Oosterend is geweest. Hun zoon Simon Pietersz trouwde met Trijntje Willems Boon (van Spang) en noemde zijn zoons resp. Willem Simonsz Boon en Gerrit Simonsz Vlaming. Hun dochter Anna Pieters, getrouwd met Sijmon Cornelisz Rebel uit Den Hoorn kreeg een zoon die zij ook Gerrit Symonsz Vlaming noemde. Deze laatste was predikant in De Koog en had een zoon Simon (predikant te Valkoog, kinderloos) en een dochter Anna, gehuwd met Pieter Theunisz Bommel, wier zoon Gerrit de naam Vlaming Bommels voerde (de bewijzen voor deze eigenaardige naamsovergangen worden o.a. geleverd door akten van 22-11-1671 R.A.H. 4823 en 22-3-1861 (1681?) R.A.H. 4827). De eerder genoemde Maerten Hendriks Vlaming is niet zeer oud geworden; in 1637 wordt gesproken van Maerten Vlaminghs weduwe. Onder zijn afstammelingen, woonachtig in De Waal en omgeving (Spijkerdorp, De Nes) waren zowel doopsgezinden als gereformeerden. Zijn zoons Cornelis (jong overleden) en Reijer voerden soms de naam Kooijman, wat mogelijk op hun beroep sloeg. Behorend tot de meer gefortuneerden, bekleedden de Vlamingh's te De Waal dikwijls publieke functies. Maarten Reijersz Vlaming (geb. ca. 1640) was burgemeester, zijn broer Cornelis Rijersz was schepen. Later bekleedde ook Hendrik Gerritsz Vlaming, geb. 1711 het burgemeesterschap van De Waal. In de loop van de 18e eeuw is het aantal vertegenwoordigers van de Waalder tak van de familie Vlaming sterk afgenomen. Met Gerrit Dirksz Vlaming (1748-1830), een zoon van Dirk Gerritsz Vlaming die naar Nieuweschild was verhuisd, stierf deze tak in mannelijke lijn uit. Een andere tak Vlaming dook in de 18e eeuw op in Den Burg. Dit waren afstammelingen van een zekere Pieter Hendriksz Vlaming die in 1685 werd geboren. Deze zou zeer goed een zoon kunnen zijn van Hendrik Reijersz Vlaming uit De Waal, en wel uit diens tweede huwelijk, met Dieuwer Pieters. De voornaam Pieter en de naam Dieuwertje van zijn oudste dochter vormen hiervoor krachtige argumenten, maar Pieter Hendriksz Vlaming is niet in De Waal gedoopt. Zijn nazaten beoefenden meestal ambachtelijke beroepen, zoals timmerman en metselaar. Tot deze tak behoorde Pieter Klaasz Vlaming (1760-1821), die in 1794 president-schepen was, en Willem Jansz Vlaming (1769-1820), een deurwaarder. Hun naam werd, ook door henzelf, vaak als Vlamen geschreven. De familie Vlaming uit Den Burg nam in de loop van de 19e eeuw in aantal af, maar telde in 1900 toch nog enkele vertegenwoordigers, dien inmiddels naar Oosterend waren verhuisd. Verreweg de meeste Vlaming's stammen echter af van Gerrit Simonsz Vlaming en Jantje Pieters Mossel uit Oost, het stam-echtpaar van de Texelse Vlaming's. Van hun drie kleinkinderen Gerrit, Pietertje en Biem Simonsz Vlaming, had Gerrit de minste afstammelingen. Pietertje, gehuwd met Jacob Reijersz Boon, kreeg via haar dochter Grietje die met Sijbrand Pietersz Keijser trouwde, de overgrote meerderheid van de uitgebreide familie Keijser tot nageslacht. Biem Vlaming (1747-1825) met zijn tien getrouwde kinderen, mag zonder overdrijving de stamvader van gereformeerd Oosterend worden genoemd. De geschiedenis van het geslacht Vlaming loopt parallel met de geschiedenis van Oosterend. Veeteelt (schapen) en visserij waren vanouds de twee pijlers van het economische leven. In de 18e eeuw kreeg de oestervisserij grote betekenis, Texelse oesters golden in geheel Europa als een lekkernij. Gerrit Simonsz Vlaming en Jacob Reijersz Boon vonden hun bestaan als oesterschipper. Hun broer en zwager Biem, burgemeester van Oosterend, trad ook als voorman van de oestervissers op. Verscheidene leden van het geslacht Vlaming kwamen door de visserij tot welstand. In de 19e eeuw, vooral na de inpoldering van Eierland (1835), gingen de oesterbanken ten gronde. Om hun beroep voort te zetten trokken ondernemende Oosterenders, onder wie Pieter en Reijer Biemsz Vlaming en leden van de familie Salm, naar Yerseke. Anderen zochten hun bestaan in de lang niet ongevaarlijke visserij buitengaats. Dit kon de door de grote gezinnen en verbeterde medische voorzieningen sterk groeiende bevolking van Oosterend en omgeving geen voldoende werkgelegenheid geven. In de loop der jaren, vooral na 1850, hebben tallozen daarom Texel moeten verlaten. Behalve op Texel leven thans verspreid door Nederland en over de gehele wereld nog vele afstammelingen van deze familie vissers en veehouders van Oost en Oosterend. (bron: Texelse Geslachten). (http://www.genealogieonline.nl/genealogie-gomes/I44064.php)